Montageverloop
Elektrische aansluiting
Overzicht van de elektrische aansluitingen
Overzicht printplaten, aansluit- en bedradings-
schema vanaf pagina 94.
Kabels invoeren en voorzien van trekontlasting
Kabeldoorvoering
1.
2.
Afb. 13
Overige elektrische aansluitingen
Installatievoorbeelden
Netaansluiting
Richtlijnen
Voorschriften
De netaansluiting en veiligheidsmaatregelen (bijv.
aardlekschakelaar) moeten plaatsvinden conform
IEC 60364-4-41, de aansluitvoorschriften van het
plaatselijke energiebedrijf en de NEN-voorschriften! De
voedingskabel voor de regeling mag met maximaal
13 A gezekerd zijn.
Opmerking
Opdat bij trekbelasting de aardingskabel niet scheurt,
aardingskabel PE langer uitvoeren dan de andere aan-
sluitleidingen.
Eisen aan de hoofdschakelaar (indien nodig)
Bij verwarmingsinstallaties volgens DIN VDE 0116
moet de door de installateur geïnstalleerde hoofdscha-
kelaar aan de eisen van DIN VDE 0116 "paragraaf 6"
voldoen. De hoofdschakelaar moet buiten de installa-
tieruimte worden aangebracht en tegelijk alle onge-
aarde kabels met minstens 3 mm contactopening
scheiden.
20
(vervolg)
■
Alle elektrische kabels aan de regeling ook met
kabelbinders vastzetten.
■
Niet benodigde openingen in het regelingsonderdeel
met kabeldoorvoering (niet opengesneden) afsluiten.
Netaansluiting zie volgende hoofdstuk.
Geadviseerde netaansluitkabel
3-aderige kabel naar keuze:
■
2
H05VV-F3G 1,5 mm
■
H05RN-F3G 1,5 mm
2
1. Controleren of de voedingskabel naar de regeling
met maximaal 13 A gezekerd is.
2. Netaansluitkabel in het aansluitkastje en in de
regeling vastklemmen (installateur).
Gevaar
Verkeerde toekenning van aders kan tot ernstig
letsel en materiële schade aan het toestel lei-
den.
Aders "L1" en "N" niet verwisselen:
L1 Bruin
N1 Blauw
PE Groen/geel
Kleurenlegenda conform DIN IEC 60757:
BN
Bruin
BU
Blauw
GNYE Groen/geel