Gebruiksaanwijzing
Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie
de linker– en rechterzijde van de machine.
Veiligheid staat voorop
Lees aandachtig alle veiligheidsinstructies en –stickers in
het hoofdstuk Veilige bediening. Met behulp van deze
informatie kunt u voorkomen dat omstanders of uzelf
letsel oplopen.
Bedieningsorganen
Gashendel
De gashendel (Fig. 23) bevindt zich rechts achter op het
instrumentenpaneel. Met behulp van de gashendel regelt u
de gastoevoer naar de carburateur. Het motortoerental
kunt u regelen van 2400 tot 3600 tpm.
Figuur 23
1. Gashendel
2. Schakelhendel voor tractie
en messenkooi
Schakelhendel voor tractie en
messenkooi
De schakelhendel voor de tractie en de messenkooi
(Fig. 23) bevindt zich rechts voor op het
instrumentenpaneel. De tractiehendel heeft twee standen:
Neutraalstand en Vooruit. Als u de hendel naar voren
duwt, schakelt u de tractie–aandrijving in.
3. Service–/parkeerrem
18
De messenkooihendel heeft twee standen: Inschakelen en
Uitschakelen. U schakelt de messenkooi in door het
bovenste deel van de hendel naar links te bewegen en u
schakelt de messenkooi uit door de hendel terug te zetten
in de neutraalstand.
Service–/parkeerrem
De service–/parkeerrem (Fig. 23) bevindt zich links voor
op het instrumentenpaneel. De rem kan worden gebruikt
om de machine langzamer te laten rijden of tot stilstand te
brengen. De rem kan ook worden gebruikt als parkeerrem.
Als u de hendel naar achteren over het midden trekt, stelt
u de parkeerrem in werking. U moet de rem vrijzetten
alvorens de tractie–aandrijving in te schakelen.
Dodemansknop
De optionele dodemansknop moet zijn ingeschakeld
voordat u de tractiehendel inschakelt, omdat anders de
motor afslaat.
Chokehendel
De chokehendel (Fig. 24) bevindt zich links voor op de
motor. De chokehendel heeft twee standen: Lopen en
Choke. Zet de hendel op Choke voordat u een koude
motor start. Zodra de motor start, zet u de hendel op
Lopen.
Figuur 24
1. Chokehendel
Brandstofafsluitklep
De brandstofafsluitklep (Fig. 24) bevindt zich links voor
op de motor. De klep heeft twee standen: Dicht en Open
Zet de hendel op Dicht als u de machine stalt of vervoert.
Open de klep voordat u de motor start.
2. Brandstofafsluitklep