Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

ZELFAANDRIJVENDE HOOGWERKER LIGHTLIFT 23.12 SERIE IIIS
6.4.7 R
IJDEN
De LIGHTLIFT machine is een zelfaandrijvende machine die in staat is zich soepel over
ongeacht welk soort terrein te verplaatsen, grote hellingen te nemen (tot 15°) en dankzij de
gereduceerde afmetingen in nauwe openingen kan rijden. De benodigde voorwaarde voor
het rijden is dat de vier stabilisatiepoten van de grond opgetild zijn en dat de machine in de
transportconfiguratie staat of in die van de stabilisatie.
Voor het rijden dient men uitsluitend gebruik te maken van de bedieningsplaats op de grond
en moet ALTIJD tijdens ALLE controlewerkzaamheden een minimumafstand van 1 meter
van de machine aangehouden worden.
ATTENZIONE
LET OP
Wanneer de machine bediend wordt, dient men, alvorens te gaan rijden, zich er eerst van te
verzekeren of de bedieningsplaats een optimaal zicht op de gehele machine biedt en op
IEDER obstakel dat zich op het traject kan bevinden.
Indien het nodig is een zeer precieze controle van de verplaatsende bewegingen te moeten
uitvoeren, is het mogelijk het toerental van de motor te verlagen met de keuzeknop van de
snelheid op de afstandsbediening.
Let op het volledige ruimtebeslag van de machine, met name indien de stabilisatiepoten niet
in de transportpositie gedraaid zijn.
Het is absoluut verboden op de hoogwerkerbak te klimmen, of deze te verlaten, als
de bak niet volledig gedaald is.
De machines van de serie LIGHTLIFT zijn niet gehomologeerd om over de openba‑
re grond te rijden. De autonome werk‑ en verplaatsingszones moeten op passende
wijze afgebakend zijn en gesignaleerd worden in overeenstemming met de heersen‑
de wetten op dat gebied. Voor de ook zeer korte verplaatsingen over de openbare
weg moet de machine op gehomologeerde voertuigen geladen worden.
ATTENZIONE
LET OP
Tijdens de bedieningshandelingen dient men altijd een minimumafstand van minstens
1 meter t.o.v. de machine in acht te nemen.
Er wordt geadviseerd over een vlakke grond te rijden, met volledig opgetilde stabilisatiepo‑
ten die in de transportpositie staan, om het ruimtebeslag van de machine te verkleinen.
Het is verplicht om de rijbewegingen uit te voeren door de wagen op de maximale
breedte te zetten, telkens wanneer de plaats waar men rijdt dat toestaat. Dit zal het stu‑
ren vergemakkelijken en de stabiliteit van de machine vergroten.
De 2e rijsnelheid mag alleen gebruikt worden tijdens rechtlijnig rijden over vlak en
stevig terrein.
MULL231260311
HINOWA
79

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Lightlift 23.12 iiis

Inhoudsopgave