ZELFAANDRIJVENDE HOOGWERKER LIGHTLIFT 23.12 SERIE IIIS
HINOWA
3.5 M
ICROSCHAKELAARS POSITIE STABILISATIEPOTEN STANDAARDVERSIE
De positie van de stabilisatiepoten en het contact ervan met de grond wordt door 4 paar
microschakelaars gedetecteerd. Deze bevinden zich in de nabijheid van de buigpunten voor
de richtinginstelling van de stabilisatiepoten en de bevestigingspen van de cilindersteel van
de stabilisatiepoot.
ZIE FOTO
De microschakelaars op de buigpunten moeten losgelaten zijn wanneer de stabilisatiepoot in
de stabilisatiepositie staat (circa 58° ten opzichte van de machineas) en ingedrukt zijn wan‑
neer de stabilisatiepoot zich in de overige posities bevindt, tot de transportpositie bereikt
wordt, parallel aan de machineas.
De microschakelaars die op de stabilisatiepoot bevestigd zijn, moeten daarentegen losgelaten
zijn wanneer de stabilisatiepoot op de grond rust. Controleer dagelijks de correcte werking
van de microschakelaars.
V
ERSIE MET VARIABELE STABILISATIEZONE
In de machines met een variabele stabilisatiezone zijn, naast hetgeen
hiervoor beschreven is, ook nog vier microschakelaars aanwezig die
de positie van de stabilisatiepoten controleren, totale of gereduceer‑
de zone, en die de rotatie van het hefgedeelte van de machine op
grond daarvan toestaan of beperken. Deze zijn bovendien voorzien
van een sensor die de hoekpositie van het hefgedeelte ten opzichte
van het wagengedeelte van de machine controleert.
Het is verplicht om de correcte werking van de vier microschake‑
laars vóór iedere stabilisatie van de machine te controleren. Om dit
te doen moet één stabilisatiepoot in een gereduceerde stabilisatie‑
zone in positie worden gebracht en de andere drie in een totale
zone. Controleer of de afstandsbediening de icoon van de gereduceerde zone toont en
herhaal de handeling voor alle vier de stabilisatiepoten.
Controleer bij ieder gebruik, zoals aangegeven op de sticker op de machine die hierna
getoond wordt, de correcte positionering van de microschakelaars.
37
MULL231260311