ZELFAANDRIJVENDE HOOGWERKER LIGHTLIFT 23.12 SERIE IIIS
hoogwerker, de gebruiksmoeilijkheden en de werkomstandigheden. De periodieke inspecties
moeten door een gekwalificeerd vakman uitgevoerd worden.
Deze inspectie moet ook de eisen van punt A bevatten, naast de volgende:
1.
Controle van bouten, moeren en pennen.
2.
Controle van de hydraulische oliefilters op barsten en lekken, metalen delen op het filter
die op een slechte werking van de pompen, de motoren of de cilinders kunnen duiden:
rubber deeltjes op het filterelement die op een verslechtering van leidingen, o‑ringen of
andere rubber componenten zouden kunnen duiden.
3.
Controle van de brandstoffilters.
4.
Controle van de instelling en de overmatige slijtage van de riem van de ventilator (alleen
diesel).
5.
Controle van de hydraulische leidingen op barsten, lekken, zwellingen en duidelijke
tekenen van overmatige wrijving op alle buigzame en onbuigzame leidingen.
6.
Controle van de hydraulische pompen en motoren op barsten, lekken, lekken uit de
buigpunten, lekken uit de pakkingen, verlies van de werksnelheid, overmatige verwar‑
ming van de vloeistof en drukverlies.
7.
Controle van de hydraulische cilinders op verbreding wegens vloeistofverlies uit de
afdichtende klep of de zuiger, verlies uit de pakking van de krukas, gekraste of bescha‑
digde krukassen van de cilinder, ongebruikelijke geluiden of trillingen.
8.
Controle van alle veiligheidsmechanismen op slijtage en reactietijden.
9.
Controle van de blokkeervoorzieningen, de alarmsystemen voor helling en eindschake‑
laars.
10. Controle van alle ketting‑ en kabelmechanismen op kalibrering en verbrande of bescha‑
digde delen.
C – JAARLIJKSE INSPECTIES
Deze inspectie moet jaarlijks uitgevoerd worden.
Een volledige inspectie van de hoogwerker moet door een gekwalificeerd vakman uitge‑
voerd worden. De inspectie moet in overeenstemming zijn met de eisen van de punten A en
B en bevat ook, maar wordt niet beperkt tot, alle kritieke en verdachte zones en alle toe‑
gankelijke structurele elementen en lasnaden, zoals de volgende:
1.
Stabilisatiepoten en zitting van de stabilisatiepoten (kasten) met inbegrip van de
onderkant van de zitting.
2.
Mechanismen voor rotatie, heffing en stijging van de hoogwerker.
3.
Mechanisme van rotatie van de hoofdkolom.
4.
Remmen.
5.
Alle verbonden punten.
6.
Armsecties, pennen, krukstangen cilinders en nivelleervoorzieningen.
7.
Schakelaars voor bekabeling en alle elektrische aansluitingen.
8.
Veiligheidszegels van Hinowa die bij de Handleiding gevoegd zijn.
MULL231260311
HINOWA
117