2.
Controleer of het vel geen gevouwen hoeken heeft en niet is kromgetrokken. Zie ook
en tips op pagina
3.
Bereid de taak voor met de HP Smartstream- of RIP-software. Als u HP SmartStream gebruikt, selecteert u
het pictogram Velweergave op de werkbalk en selecteert u de andere parameters zoals papiersoort, dikte,
formaat en afdrukkwaliteit.
OPMERKING:
4.
Klik op Afdrukken.
De printer begint met het verwerken van de taak. U kunt de status van de taak op elk moment controleren
door op het front panel op het pictogram Taakwachtrij te
5.
Het front panel geeft de melding weer dat de vellen handmatig moeten worden geladen. Tik op Doorgaan
om door te gaan.
6.
Open de bovenklep wanneer u hierom wordt verzocht op het front panel.
7.
Duw tegen de handgreep van de invoerlade.
8.
Als u een achterste stapelaar hebt, kan het front panel u vragen de hendel van de stapelaar in de juiste
stand voor het papier te zetten.
48
Hoofdstuk 2 Papier verwerken
35.
In HP Smartstream kunt u de dikte alleen bij bepaalde papiersoorten selecteren.
Algemene informatie
tikken.