Met Uitvoerbestemming (Output destination) kunt u uitvoer naar de stapelaar sturen (als u er
●
standaard een hebt), de steunen voor de emmer/uitvoer of de vouwmachine (indien geïnstalleerd).
6.
Als u tevreden bent met de quickset-instellingen, tikt u op OK om verder te gaan. U kunt op het
vervolgens op Deelvenster met quicksetgegevens weergeven (show quickset details panel) tikken om de
meest gebruikte quicksetinstellingen weer te geven.
7.
In de rechterkolom van het scherm kunnen Exemplaren (Copies), Paginavolgorde (Page order) en Sorteren
(Collate) worden geselecteerd. Tik op Afdrukken (Print) om door te gaan.
8.
U kunt na het afdrukken ervoor kiezen om nog een bestand af te drukken of naar de taakwachtrij te
gaan. Als u direct nog een bestand afdrukt zonder terug te gaan naar de startpagina, worden de tijdelijke
instellingen van het eerder afgedrukte bestand opnieuw gebruikt.
Afdrukken vanuit Mijn basismap
De volgende stappen leveren de volledige procedure voor dit onderwerp.
OPMERKING:
aanmeldingsconfiguratie (Windows sign-in configuration) om vanuit Mijn basismap (My Home Folder) af te
kunnen drukken. Zie
op pagina
121.
1.
Ga op het frontpanel naar de beginpagina en tik op het
2.
Selecteer Mijn basismap (My Home Folder).
3.
Verificatie met de LDAP-aanmeldingsserver (LDAP - sign-in server) of de Windows-aanmeldingsconfiguratie
(Windows sign-in configuration). Ga naar het
gebruiken voor verificatie. Zie
aanmelding op pagina
4.
Selecteer een bestand dat u wilt afdrukken. Documenten met meerdere pagina's worden alleen als PDF
bestand ondersteund; in dit geval kunt u ook een pagina selecteren om af te drukken.
5.
De lijst met quicksets voor het afdrukken vanuit Mijn basismap wordt weergegeven. U kunt een van de
quicksets voor de geselecteerde taak kiezen en/of bewerken.
OPMERKING:
instellingen alleen toegepast op de huidige taak en niet permanent opgeslagen. U kunt een of meer van uw
eigen quicksets permanent wijzigen door te tikken op het
door te tikken op het
OPMERKING:
De volgende instellingen zijn beschikbaar:
Met Naam quickset (Quickset name) kunt u de quickset waarmee u werkt een naam geven.
●
Met Afdrukkwaliteit (Print quality) kunt u de afdrukkwaliteit instellen op Lijnen/snel (Lines/Fast),
●
Uniforme vlakken (Uniform areas) of Gedetailleerd (High detail).
U moet de LDAP-aanmeldingsserver (LDAP - sign-in server) configureren of de Windows-
Het e-mailadresboek configureren op pagina 30
Het e-mailadresboek configureren op pagina 30
121.
Als u een quickset bewerkt nadat u een taak hebt geselecteerd, worden de gewijzigde
en Quicksets.
De in de fabriek ingestelde quicksets kunnen niet worden gewijzigd.
of
Configuratie van Windows-aanmelding
.
bovenaan de pagina en selecteer welke optie u wilt
en Manage quicksets (quicksets beheren) of
Afdrukken vanuit Mijn basismap
en
of
Configuratie van Windows
129