Specificeren van de Flitsintensiteit (Flitsintensiteit)
Procedure
Schakel de OPNAME modus in* [MENU] *
" r REC MENU" Indextab * Flitsintensiteit
U kunt de flitsintensiteit op vijf niveau's lopend van +2 (helderste flits) tot en met –2
(minst heldere flits) instellen.
• De flitsintensiteit kan mogelijk niet veranderen wanneer het onderwerp zich te ver
weg of te dichtbij bevindt.
Instellen van de beeldscherpte (Scherpte)
Procedure
Schakel de OPNAME modus in* [MENU] *
" r REC MENU" Indextab * Scherpte
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (scherpst) tot en met –2 (minst scherp)
specificeren voor de contourscherpte.
Instellen van de Kleurverzadiging (Verzadiging)
Procedure
Schakel de OPNAME modus in* [MENU] *
" r REC MENU" Indextab * Verzadiging
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (meest verzadigd) tot en met –2 (minst
verzadigd) specificeren voor de kleurverzadiging.
Instellen van het beeldcontrast (Contrast)
Procedure
Schakel de OPNAME modus in* [MENU] *
" r REC MENU" Indextab * Contrast
U kunt één van de vijf instellingen van +2 (grootste contrast tussen licht en donker) tot
en met –2 (kleinste contrast tussen licht en donker) specificeren voor het contrast.
Geavanceerde instellingen (REC MENU)
105