ketting om terugloop te voorkomen.
De mini-dumper is niet goedgekeurd voor gebruik op de openbare weg.
7.3 Stationair draaien
Zet de gashendel op "slow" (langzaam) om de motor niet te belasten, als er geen
werk wordt gedaan. Het rustiger laten lopen van de motor (stationair) verlengt de
levensduur van de motor, bespaart brandstof en vermindert het lawaai van de
machine.
7.4 Stoppen van de motor
De motor in geval van nood stopen, zet gewoon de motor schakelaar in de UIT-
stand. In een normale situatie, gaat u als volgt te werk:
1. Gashendel in de SLOW stand zetten.
2 De motor 1-2 minuten stationair laten draaien.
3. Contactschakelaar op OFF "Uit" positie zetten.
4. Brandstof kraan op OFF zetten.
Niet de chokehendel op choke zetten om de motor te stoppen. Risico van schade
aan de motor!
8. ONDERHOUD
Onjuist onderhoud of het niet in acht nemen of het niet verhelpen van een
probleem te verhelpen kan tijdens het gebruik van de machine een bron van
gevaar zijn. Gebruik alleen goed en regelmatig onderhouden machines. Alleen
dan kunt u ervan uitgaan dat u uw apparaat veilig, zuinig en probleemloos kunt
gebruiken. En dat voor een lange tijd.
Alle personen die onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan de mini-dumper
moet technisch gekwalificeerd en goed opgeleid zijn. Zij moeten alle gevaren en
risico's verbonden met de machine weten. Overige werkzaamheden die niet zijn
beschreven in deze handleiding, mogen alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde werkplaats.
Om de machine in goede staat te houden, moet ze goed worden onderhouden
en gesmeerd.
8.1 Preventief Onderhoud
Stop de motor en verwijder alle bedieningshendels. De motor moet koud zijn.
Controleer de algemene staat van de machine. Controleer op losse bouten en
moeren, verkeerde uitlijning of blokkeren van bewegende delen en andere delen