Bedieningsinstructies
Buitenbedrijfstelling
Kortstondige bedrijfsonderbreking
Wanneer u de ketelinstallatie tijdelijk niet gebruikt,
dient u de ketelwatertemperatuur op 95 ºC te houden
om corrosie door het binnendringen van zuurstof in het
ketelwater te voorkomen.
Langere onderbreking
Stel het systeem buiten werking wanneer u de ketelin-
stallatie gedurende een langere periode (meerdere
maanden) niet gebruikt.
Voor een langere buitenbedrijfstelling van de ketelin-
■
stallatie adviseren wij, indien nodig, geschikte maat-
regelen te nemen, bijv. vorstbescherming van de
installatie of conservering van het verwarmingsop-
pervlak.
Voor de conservering van de verwarmingsoppervlak
■
de oppervlakken aan de rookgaszijde grondig reini-
gen. Daarna conserveren met conserveringsolie
waaraan grafiet is toegevoegd.
■
Voor de bescherming aan de waterzijde wordt gead-
viseerd de ketel met ontgast, zuurstofvrij en behan-
deld, zoutarm water met toegevoegd zuurstofbind-
middel (bijv. natriumsulfiet) te spoelen. Vervolgens
de stoomafsluitklep sluiten.
De concentratie van het zuurstofbindmiddel minstens
maandelijks controleren en eventueel aanvullen;
daarbij op een goede menging met het ketelwater
letten.
Onderhoudsaanwijzingen
Wij adviseren u de ketelinstallatie regelmatig te laten
onderhouden om een storingsvrije, efficiënte en milieu-
vriendelijke werking te garanderen.
De ketel moet regelmatig worden gereinigd, om een
met toenemende vervuiling stijgende rookgastempera-
tuur en daarmee ook hoger energieverbruik te vermij-
den.
Wij adviseren het gebruik van een rookgasthermome-
ter. Een rookgastemperatuurbewaking geeft informatie
over een veranderde branderinstelling en de vervui-
lingsgraad van de ketel.
8
■
Een andere mogelijkheid is de droogconservering
die voor stilstandtijden van meer dan 4 weken wordt
aanbevolen.
Bij vorstgevaar de ketel en het verwarmingssysteem
■
via de aftapaansluiting aftappen. Afsluit- en regel-
kleppen evenals ontluchtingen openen.
Een te hoge rookgastemperatuur door vervuiling of
een veranderde branderinstelling verslechteren het
rendement. Eventueel moet de ketel worden gereinigd
of de brander opnieuw worden ingesteld.