Samenvatting van Inhoud voor Viessmann VITOPLEX 100-LS
Pagina 1
VIESMANN Montagehandleiding voor de vakman Vitoplex 100-LS type SXD, 0,26 tot 0,7 t/h Lagedrukstoomketel op olie of gas tot 0,5 bar bedrijfsdruk VITOPLEX 100-LS 5589 837 NL 12/2011...
Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van licha- melijk letsel en materiële schade. Toelichting bij veiligheidsvoorschrif- Gevaar Dit teken waarschuwt voor per- soonlijk letsel. Opmerking Gegevens met het woord "Opmerking" bevatten aanvullende informatie. Doelgroep Deze handleiding is alleen bedoeld voor de installateur.
Afstandsmaten Maten tussen haakjes zijn minimumaf- standen. 200 (100) De afstand aan de zijkant van 1000 mm moet aanwezig zijn bij gebruik van de geleidbaarheidspui-inrichting. (300) A Ketel B Brander C Geluidsabsorberende trillingsdem- pers Stoomproductie 0,26 0,44 1200 1300 1400 Lengte van de brander respecte- Hoogte boven de ketel Deze afstand moet voor de ketel voor demontage van de wirbulatoren en reiniging...
Ketel opstellen en uitlijnen 1. Stelbouten D in de voetrails schroe- Opmerking Wij raden aan de CV-ketel op geluids- ven. absorberende trillingsdempers C Opmerking (zie pagina 4) te zetten, dan vervalt het Stelbouten en kijkbuisafsluiting lig- gebruik van de stelbouten D. gen in de vuurhaard.
Water- en stoomzijde aansluiten Gevaar Opmerking Het openen van ketelaansluitin- Alle leidingen moeten zonder belasting gen en -openingen onder druk en spanning worden aangesloten. kan ernstig letsel veroorzaken. Installatie grondig spoelen, vooral bij Aansluitingen aan water- en aansluiting van de ketel op een stoomzijde evenals inspectie- bestaande installatie.
Water- en stoomzijde aansluiten (vervolg) H Sok voor temperatuurregelaar (stand-by) R ½ K Voedingswateraansluiting DN 40 PN 40 L Aftapaansluiting DN 40 PN 40 M Sok voor reiniging N Aansluiting voor ontziltingsklep of ontziltingsinstallatie DN 20 PN 40 Rookgaszijde aansluiten Montagehandleiding Vitoair 1.
Isolatie aanbrengen (vervolg) Isolatie ketellichaam A Zwarte zijde naar buiten, E Uitsluitend bij montage van ontzil- bij 0,7 t/h: 2 stuks tingsklep of ontziltingsinstallatie: B Dompelhuls afdichten Verlengstuk met pakking op de flens schroeven; daartoe blinde flens ver- C Bochtstuk met lange zijde met pak- wijderen kingen op de flenzen schroeven Opmerking...
Isolatie aanbrengen (vervolg) Rails achteraan en isolatie achteraan Opmerking Insnijdingen met meegeleverde glaszij- deband afplakken. Fabricagegegevens op de achterkant van de ketel met de gegevens op het typeplaatje vergelijken.
Isolatie aanbrengen (vervolg) Zijplaten en achterplaten A Typeplaat plakken Opmerking Bij vervanging van de zijplaat met het typeplaatje onder vermelding van het fabricagenummer een nieuw typeplaatje bij de fabriek aanvragen.
Regelarmaturen monteren Opmerking Montage uitvoeren volgens de meegele- verde handleiding van de toestellen. Reflex peilglas en armaturenblok A Veiligheidsdrukbegrenzer, optioneel met kapklep B Pressostaat, optioneel met kapklep C Manometer met controleklep D Armaturenstang E Reflex peilglas...
Regelarmaturen monteren (vervolg) Stand-by thermostaat en afdekplaten A Temperatuurregelaar C Automatische stoomontluchter naar B Afdekplaat keuze op de sok van de ketel of Grote afdekplaat uitsluitend aan- naast het reflex peilglas aansluiten. Niet-benodigde sok afsluiten. brengen als de automatische stoomontluchter (accessoires) niet aan de zijkant van de ketel is gemonteerd.
Elektroden monteren Opmerking In elke aansluiting mag telkens maar één Elektrodes voor de waterniveauregeling elektrode voor de waterniveaubegren- en voor de waterniveaubegrenzing mon- zing worden gemonteerd. teren conform de montagehandleidin- Waterniveauregeling en waterniveaube- gen van de elektroden. grenzing mogen daarentegen worden Elektrodes conform het in de tabel gecombineerd.
Pagina 16
Elektroden monteren (vervolg) NW Laagste waterniveau 1. Elektrodenstaven tot de aangegeven 2. Elektrodes na het inkorten isoleren. lengte inkorten. Stoomproductie 0,26 0,44 Referentie-elektrode tot laag Afme- water ting a Pomp aan Afme- ting b Pomp uit Afme- ting c Opmerking Elektrodenstaven bij het inkorten niet doorbuigen.
Elektroden monteren (vervolg) Niveau-elektrodencombinatie voor werkdruk tot 1,0 bar (nl werk- druk tot 0,5 bar) Waterstandregelaar Opmerking Inkorten van de elektrodes, zie pagina 18.
Pagina 18
Elektroden monteren (vervolg) NW Laagste waterniveau 1. Elektrodenstaven tot de aangegeven 4. Meetvlakvergroting B op de middel- lengte inkorten. ste elektrode schuiven en met de schroef fixeren. 2. Elektrodes na het inkorten isoleren. 5. Borgring C op de middelste elektro- 3.
Pagina 19
Elektroden monteren (vervolg) Waterstandbegrenzer Opmerking Inkorten van de elektrode, zie pagina 20.
Pagina 20
Elektroden monteren (vervolg) A Meetvlakvergroting B Borgring zie pagina 21 NW Laagste waterniveau Stoom- 0,26 0,44 produc- Afmeting 01. Elektrodeverlenging D in de elek- 02. Meetlengte van de elektrode op de trodepunt A schroeven. elektrodeverlenging D markeren.
Pagina 21
Elektroden monteren (vervolg) 03. Elektrodeverlenging D uit de elek- 11. Elektrodeschroefdraad M met wat trodepunt A draaien en inkorten. siliconenvet insmeren. 04. Elektrodeverlenging D in de elek- 12. Niveau-elektrode in de flensdeksel schroeven en vastdraaien (SW trodepunt A schroeven. 36). 05.
Elektroden monteren (vervolg) Lengte maximaal bij geleidbaarheid vanaf 10 μS/cm 100 m Lengte maximaal bij geleidbaarheid vanaf 0,5 μS/cm 30 m Lengte maximaal bij geleidbaarheid vanaf 0,5 μS/cm en gebruik van het extra 15 m toestel URN 1 (24 V-) Geleidbaarheidspui-inrichting (handmatig) 1.
Geleidbaarheidspui-inrichting (handmatig) (vervolg) Opmerking Doorstroming in pijlrichting. Montagepo- De accessoires volgens de montage- sitie naar wens. Schaal moet goed handleidingen (in de verpakking) aan- of afleesbaar zijn. inbouwen. Geleidbaarheidspui-inrichting (automatisch) 1. Elektrode uitsluitend met de meege- leverde afdichtring in het meetvat schroeven en vasttrekken.
Veiligheidsklep monteren en dichtheid controleren 2. Veiligheidsklep loodrecht monteren. 3. Afblaasleiding B en waterafvoerlei- ding A aansluiten. 4. Aansluitingen controleren op lek- kage. Testdruk: 4,8 bar Opmerking Voor schade die door te hoge testdruk ontstaat, vervalt de garantie. 1. Tussenflens D met pakkingen C op aansluitingen voor veiligheidsin- richting monteren.
Brander monteren (vervolg) ■ De isolatiemat in de keteldeur volgens Stoom- 0,26 0,44 produc- de vlambekerdiameter uitsnijden. ■ Na montage van de brander de ring- spleet tussen vlambeker en isolatie- Vlambe- blok met de meegeleverde vlambeke- kerope- rafdichting dichtstoppen. ning maximaal Opmerking Minimale...
Brander afregelen (vervolg) De minimale stoomproductie voor het basisniveau in overeenstemming met het schoorsteentype instellen. Aanwijzingen voor inbedrijfstelling Serviceaanwijzing bij de ketel en brander...