Veiligheidsvoorschriften
Veiligheidsinstructies
Algemene aanwijzingen
Ketel bij veiligheidsrelevante schade onmiddellijk
buiten werking stellen.
Veiligheidsrelevante instructies naleven.
De toestand van de installatie na schade mag voor het
onderzoek enkel gewijzigd worden om personen te
redden of verdere schade te voorkomen.
Enkel bevoegd vakpersoneel mag het ketelhuis betre-
den.
Ketelhuis schoon houden.
Geen voorwerpen opslaan.
Uitgangen vrijhouden.
Ketelhuis en onderdelen van de installatie niet gebrui-
ken als droogplaats.
Het bedieningspersoneel moet protocolleren:
■
Instelwaarden
afgelezen waarden
■
4
(vervolg)
Storingen
■
Vervanging van reserveonderdelen
■
■
reparaties
Defecten moeten onmiddellijk vakkundig worden ver-
holpen, bijv.
opvallende plekken aan lasnaden,
■
lekken,
■
■
hevige corrosie,
■
foutieve indicaties op instrumenten,
■
geluid in de ketel.
Fouten en gebreken die niet zelf kunnen worden ver-
holpen, moet u aan de fabrikant melden. Ketelonder-
delen en regelinrichtingen tegen regen, lekwater en
vrijkomende stoom beschermen.