Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Remsysteem - Volvo C30 2006 Instructieboekje

Verberg thumbnails Zie ook voor C30 2006:
Inhoudsopgave

Advertenties

Rembekrachtiging
Als de auto rolt of wordt gesleept met een uit-
geschakelde motor, moet u ongeveer vijfmaal
zoveel druk uitoefenen op het rempedaal als
wanneer de motor loopt. Als u bij het starten
van de motor op het rempedaal trapt, kan het
rempedaal iets omlaagkomen. Dit is volkomen
normaal omdat de rembekrachtiging geacti-
veerd wordt. Bij een auto met EBA (Emergen-
cy Brake Assistance) kan dit nog duidelijker te
merken zijn.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging werkt alleen, als de
motor loopt.
N.B.
Als geremd moet worden met een uitge-
schakelde motor, trap dan eenmaal hard en
resoluut op het rempedaal – dus niet pom-
pen.
Remkringen
Het nevenstaande lampje licht op,
wanneer er een remkring defect is.
Als er een storing in een van de rem-
kringen optreedt, is remmen nog
steeds mogelijk. U moet het rempedaal echter
verder intrappen en het pedaal kan minder
stug aanvoelen. U moet harder op het pedaal
trappen om de normale remkracht te verkrij-
gen.
Vocht kan de remeigenschappen
beïnvloeden
Door opspattend water (bij hevige regenval, in
waterplassen of tijdens een wasbeurt) worden
de onderdelen van het remsysteem nat. Daar-
door kunnen de wrijvingseigenschappen van
de remblokken gewijzigd worden, zodat u een
bepaalde verlenging van de aanspreekduur
van de remmen kunt merken.
Trap zo nu en dan lichtjes op het rempedaal,
als u lange afstanden in de regen of sneeuw-
modder aflegt. Doe dit ook bij zeer vochtig of
koud weer. Op die manier verwarmt u de rem-
blokken waardoor het vocht verdampt. Deze
procedure is ook aan te raden voordat u de
auto voor langere tijd in dergelijke weersom-
standigheden parkeert.
Als de remmen zwaar belast worden
De remmen van de auto worden zwaar belast,
wanneer u in de bergen of op wegen met ver-
gelijkbare niveauverschillen rijdt; zelfs als u
niet bijzonder hard op het rempedaal trapt.
Omdat de snelheid in dergelijke omstandighe-
den vaak laag is, worden de remmen niet even
goed gekoeld als bij snelle ritten op vlakke we-
gen.
06 Starten en rijden

Remsysteem

Om de remmen niet overmatig te belasten,
kunt u tijdens het afdalen beter terugschake-
len dan het rempedaal gebruiken. Gebruik de-
zelfde versnelling die u zou gebruiken wan-
neer u een helling oprijdt. Op die manier kunt u
beter op de motor afremmen en hoeft u de
rem slechts korte tijd te gebruiken.
Let erop dat u de remmen nog meer belast,
wanneer u met een aanhanger rijdt.
Antiblokkeerremsysteem (ABS)
Het ABS (Anti-lock Braking System)
voorkomt dat de wielen tijdens het
remmen geblokkeerd raken.
Zo blijft de auto bestuurbaar, waar-
door het bijvoorbeeld makkelijker is om obsta-
kels te ontwijken.
Wanneer u na het starten van de motor weg-
rijdt en een snelheid van ca. 20 km/h hebt be-
reikt, gaat er een korte zelftest van het ABS
van start. Dit kunt u zowel horen als voelen
aan de pulsaties in het rempedaal.
Om het ABS maximaal te benutten:
1. Trap zo hard mogelijk op het rempedaal (er
zijn pulsaties voelbaar).
2. Stuur de auto in de rijrichting en blijf
druk op het rempedaal uitoefenen.
Aarzel niet om op een terrein zonder verkeer te
testen hoe het ABS in verschillende weersom-
standigheden reageert.
06
119

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave