3
Nadat de flitser klaar is met
opladen, neemt u het onderwerp
op.
Knippert: De flitser wordt opgeladen.
Terwijl de indicator knippert, kunt u de
sluiter niet bedienen.
Brandt: De flitser is opgeladen en
klaar voor gebruik.
• Wanneer u de ontspanknop tot
halverwege indrukt bij zwakke
belichting in de automatische
scherpstellingsfunctie, kan de flitser
afgaan om te helpen het onderwerp
scherp te stellen (AF-hulplicht).
(Flitser uit)
(Automatisch
flitsen)
(Invulflits)
(Langz.flitssync.) Elke keer als u de ontspanknop indrukt, wordt er geflitst. U
(Eindsynchron.)
(Draadloos)
46
De flitser werkt niet, zelfs niet als deze is uitgeklapt.
• U kunt dit onderdeel niet selecteren wanneer de
functiekeuzeknop in de stand P, A, S of M staat. Als u de
flitser niet wilt gebruiken in deze functies, duwt u de flitser
omlaag.
Gaat af in donkere omgevingen of bij het opnemen met sterk
tegenlicht.
Elke keer als u de ontspanknop indrukt, wordt er geflitst.
kunt met de langzame-flitssynchronisatieopname een helder
beeld van het onderwerp maar ook van de achtergrond maken
door een langere sluitertijd te gebruiken.
Steeds wanneer u de ontspanknop indrukt, wordt er geflitst
net voordat de belichting is voltooid.
Laat een externe flitser (los verkrijgbaar) afgaan die los en op
afstand staat van de camera (draadloze-flitsopname).
De flitser gebruiken
(flitseroplaad-) indicator