Opmerkingen
• Als de functiekeuzeknop in de stand M staat en [ISO] is ingesteld op iets anders dan
[AUTO], wordt de belichting verschoven door de sluitertijd te veranderen. Als [ISO]
is ingesteld op [AUTO], verandert de camera de ISO-gevoeligheid en stelt hij de
belichtingswaarde in.
• Bij aanpassing van de belichting, wordt de belichting verschoven aan de hand van de
gecompenseerde waarde.
• Bracket kan niet worden gebruikt wanneer de belichtingsfunctie is ingesteld op
[Slim automatisch], [Superieur automatisch], [Tele-zoom continue voorkeuze AE],
[Panorama d. beweg.] of [Scènekeuze].
• Bij gebruik van de flitser, verschuift de camera de hoeveelheid flitslicht met behulp
van flits-bracketopname. Zelfs wanneer [Bracket: continu] is geselecteerd, drukt u
opname voor opname op de ontspanknop.
EV-schaalverdeling bij bracketopname
Zoeker
LCD-scherm (wanneer
[DISP-knop (scherm)]
is ingesteld op [Voor
zoeker])
* Omgevingslicht: Ieder licht, behalve het flitslicht, die de scène belicht
gedurende een lange tijd, zoals natuurlijk licht, een gloeilamp of een tl-
buis.
• Bij bracket-opnamen wordt hetzelfde aantal indexen als het aantal op te
nemen beelden afgebeeld op de EV-schaalverdeling.
• Nadat de bracketopname is begonnen, gaan de indexen van de reeds
gemaakte opnamen één voor één uit.
Omgevingslicht*-
bracketopname
(bijv. 0,3 stap, 3 opnamen,
belichtingscompensatie 0)
Aangegeven boven de
schaalverdeling.
De transportfunctie selecteren
Flits-bracketopname
(bijv. 0,7 stap, 3 opnamen,
flitscompensatie –1,0)
Aangegeven onder de
schaalverdeling.
159