Veiligheid
Het volgende veiligheidshoofdstuk is gebaseerd op
ANSI B71.4-2012 en EN 14910.
Algemene veiligheid
Dit product kan handen of voeten verwonden
en voorwerpen uitwerpen. Volg altijd alle
veiligheidsinstructies op om ernstig letsel te
voorkomen.
Gebruik van dit product voor andere doeleinden dan
deze kan gevaarlijk zijn voor u of omstanders.
•
Lees de Gebruikershandleiding en verzeker dat u
deze begrijpt voordat u de motor start.
•
Houd uw handen en voeten uit de buurt van
bewegende onderdelen van de machine.
•
Gebruik de machine niet als er schermen of
andere beveiligingsmiddelen ontbreken of als
deze niet werken.
•
Blijf altijd uit de buurt van afvoeropeningen.
Houd omstanders op een veilige afstand van de
machine.
•
Houd kinderen uit de buurt van het werkgebied.
Laat kinderen nooit de machine bedienen.
•
Stop de machine en zet de motor uit voordat u
servicewerkzaamheden uitvoert, brandstof bijvult
of verstoppingen verwijdert.
Onjuist gebruik of onderhoud van deze machine
kan letsel tot gevolg hebben. Om het risico op
letsel te verkleinen, dient u zich aan de volgende
veiligheidsinstructies te houden en altijd op het
veiligheidssymbool te letten, dat betekent Voorzichtig,
Waarschuwing of Gevaar – instructie voor persoonlijke
veiligheid. Niet-naleving van deze instructies kan
leiden tot lichamelijk of dodelijk letsel.
Bijkomende veiligheidsinformatie over een aantal
onderwerpen vindt u in de respectieve hoofdstukken
van deze handleiding.
Veiligheid vóór gebruik
Algemene veiligheid
•
Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de
bedieningsorganen en de veiligheidssymbolen, en
weet hoe u de machine veilig kunt gebruiken.
•
Controleer of alle kappen en veiligheidsvoorzienin-
gen zijn bevestigd en naar behoren werken.
•
Controleer altijd de machine om zeker te zijn dat
de bout, draad en schijf van de maai-eenheid vrij
zijn van slijtage of beschadiging.
•
Controleer het werkgebied en verwijder alle
voorwerpen die de machine zou kunnen uitwerpen.
•
Bij het instellen van de maaihoogte kunt u in
aanraking komen met een bewegende maaischijf.
Dit kan letsel veroorzaken.
– Zet de motor uit en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
– Trek de bougiekabel los van de bougie voordat
u de maaihoogte afstelt.
Veilig omgaan met brandstof
GEVAAR
Brandstof is uiterst ontvlambaar en zeer
explosief. Brand of explosie van brandstof
kan brandwonden bij u of anderen en
materiële schade veroorzaken.
• Om te voorkomen dat een statische lading
de brandstof tot ontbranding kan brengen,
moet u het brandstofreservoir en/of de
machine op de grond plaatsen voordat u
de tank vult, niet op een voertuig of een
ander object.
• Vul de brandstoftank in de open lucht
wanneer de motor koud is. Neem eventueel
gemorste benzine op.
• Rook niet als u omgaat met brandstof, en
houd brandstof uit de buurt van open vuur
of vonken.
• Bewaar brandstof in een goedgekeurd vat
of blik en buiten bereik van kinderen.
3