2. Druk op Alarm resetten.
Alle stroomalarmen en -waarschuwingen zijn gereset. Als de
storing die het alarm of de waarschuwing veroorzaakt echter
niet is verholpen, wordt het alarm of de waarschuwing opnieuw
weergegeven.
3. Als u alle alarmen en waarschuwingen wilt verwijderen uit het
historielog, drukt u op Toon log > Registers alarm en
waarschuwingen.
6.16.2 Het automatisch resetten van alarmen instellen met
Grundfos GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Automatische alarmreset.
2. Selecteer een van de volgende:
Geen automatische reset
Alles behalve pomp kritiek
Alle alarmen
6.16.3 Alarmen en waarschuwingen resetten op het
bedieningspaneel
U kunt handmatig alarmen en waarschuwingen resetten op het
bedieningspaneel. Als de storing die het alarm of de waarschuwing
veroorzaakt echter niet is verholpen, wordt het alarm of de
waarschuwing opnieuw weergegeven.
1. Druk op Reset op het bedieningspaneel om het alarm of de
waarschuwing te resetten.
6.17 De zoemer instellen met Grundfos GO Remote
De interne zoemer wordt gebruikt om een akoestisch signaal af te
geven bij een waarschuwing of een alarm.
1. Ga naar Instellingen > Instellingen zoemer.
2. Selecteer wanneer de zoemer moet worden geactiveerd.
• Alle alarmen
• Alle alarmen en waarschuwingen.
6.18 Eenheden instellen voor Grundfos GO Remote
Als eenheden worden gewijzigd op de hier beschreven wijze,
veranderen alleen de eenheden die worden weergegeven in
Grundfos GO Remote. Dit heeft geen invloed op de eenheden die
worden weergegeven op het bedieningspaneel van producten die
zijn verbonden met Grundfos GO Remote.
1. Druk op de toets Menu in de linkerbovenhoek van Grundfos GO
Remote.
De regelaar voert geen enkele
reset van alarmen of waar-
schuwingen uit. U moet dit
handmatig doen.
De regelaar reset alarmen en
waarschuwingen tenzij de ge-
relateerde storing schade aan
de pomp kan toebrengen.
De regelaar reset alarmen en
waarschuwingen, ongeacht de
storing.
2. Ga naar Algemeen > Instellingen > Producten > Units.
3. Selecteer US of Grundfos standaard units.
6.19 Eenheden instellen voor het bedieningspaneel met
Grundfos GO Remote
Bij wijziging van de eenheden zoals hieronder beschreven, worden
de eenheden gewijzigd die worden weergegeven op het
bedieningspaneel van het product dat is verbonden met Grundfos
GO Remote. Het is niet van invloed op de eenheden die worden
weergegeven in Grundfos GO Remote.
1. Ga naar Instellingen > Display-eenheden.
2. Kies de eenheden die op het bedieningspaneel moeten worden
gebruikt.
• SI-eenheden
• VS-eenheden.
6.20 GENIbus
GENIbus, de Grundfos Electronics Network Intercommunications
bus, is een veldbus die door Grundfos is ontwikkeld om te voorzien
in de behoeften voor gegevensoverdracht in alle veelvoorkomende
motor- of pomptoepassingen van Grundfos. Grundfos apparaten
met GENIbus kunnen aan elkaar worden gekoppeld in netwerken
en geïntegreerd in automatiseringssystemen. Elk apparaat in het
netwerk moet een uniek GENIbus-adres hebben. GENIbus is
gebaseerd op de RS485 hardwarestandaard en werkt gewoonlijk
met een baudsnelheid van 9600 bps.
6.20.1 Het GENIbus-adres instellen met Grundfos GO Remote
Als CU 241 wordt gebruikt in een GENIbus-netwerk, moet een CIM
050 worden geïnstalleerd om een GENIbus-verbinding toe te
voegen.
1. Ga naar Instellingen > GENI bus adres.
2. Stel het GENIbus-adres in.
Het GENIbus-adres is een unieke id voor het product in het
netwerk.
223