2. Blijf op OK drukken totdat het signaallampje voor het
inschakelniveau voor pomp 1 begint te knipperen.
3. Stel het inschakelniveau in voor pomp 1 met de toetsen
Omhoog en Omlaag.
4. Blijf op OK drukken totdat het display stopt met knipperen.
De instellingen zijn nu opgeslagen.
6.4 Het uitschakelniveau instellen
6.4.1 Het uitschakelniveau instellen met Grundfos GO Remote
De instellingen gelden voor analoge sensoren. Voor digitale
sensoren wordt de instelling automatisch geactiveerd.
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Stopniveau
2. Stel het uitschakelniveau in.
Als u hetzelfde niveau gebruikt voor in- en uitschake-
len, moet u niet vergeten een uitschakelvertraging in
te stellen. Hiermee wordt voorkomen dat de pomp te
vaak wordt in- en uitgeschakeld.
6.4.2 Het uitschakelniveau instellen via het bedieningspaneel
De instellingen gelden voor analoge sensoren. Voor digitale
sensoren wordt de instelling automatisch geactiveerd.
1. Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat het display begint
met knipperen.
2. Druk eenmaal OK op.
Het huidige uitschakelniveau wordt aangegeven op het display.
3. Stel het uitschakelniveau in met de toetsen Omhoog en
Omlaag.
4. Blijf op OK drukken om alle andere instellingen te bevestigen en
de instelling af te sluiten.
Als u hetzelfde niveau gebruikt voor in- en uitschake-
len, moet u niet vergeten een uitschakelvertraging in
te stellen. Hiermee wordt voorkomen dat de pomp te
vaak wordt in- en uitgeschakeld.
6.5 Het hoge niveau instellen
6.5.1 Het hoge niveau instellen met Grundfos GO Remote
Voor analoge sensoren:
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Hoog niveau.
2. stel het hoge niveau in.
Voor digitale sensoren:
1. Ga naar > Instellingen > IO modules
2. Selecteer welke klem u wilt configureren.
6.5.2 Het hoge niveau instellen via het bedieningspaneel
De instellingen gelden voor analoge sensoren.
1. Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat het display begint
met knipperen.
2. Druk viermaal op OK. Het huidige hoge niveau wordt
aangegeven op het display.
3. Stel het hoge niveau in met de toetsen Omhoog en Omlaag.
Schakel de instelling in of uit voor digitale sensoren.
1. Druk eenmaal op OK om de instelling te voltooien.
6.6 Uitloopvertraging, hoog niveau
Als het waterniveau de schakelaar voor hoog niveau bereikt,
vanwege een defecte analoge of digitale niveauschakelaar, dan
wordt de pomp alleen geregeld door de schakelaar voor hoog
niveau. Om te veel in- en uitschakelingen te voorkomen, kan een
uitloopvertraging worden ingesteld waardoor de pomp de put
gedeeltelijk kan ledigen. De uitloopvertraging dient zodanig te
worden ingesteld dat de pomp stopt bij het normale
uitschakelniveau om drooglopen te voorkomen.
In geval van een fout rapporteert het product fout 165
( Signaalfout ) of fout 205 ( Inconsistentie niveauscha-
kelaar ) op het display of in Grundfos GO Remote.
6.6.1 De uitschakelvertraging voor hoog niveau instellen
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Vertraging na het
opraken, hoog niveau .
2. Selecteer Inschakelen of Uitschakelen .
3. Stel een vertragingstijd in.
6.7 Uitschakelvertraging
De uitschakelvertraging is de tijdsduur tussen het bereiken van het
uitschakelniveau en de daadwerkelijke uitschakeling van de pomp.
De uitschakelvertraging vermindert waterslag in het geval van een
lange inlaatleiding.
U kunt een uitschakelvertraging instellen in het instellingenmenu
T_01.
6.7.1 De uitschakelvertraging instellen met Grundfos GO
Remote
1. Selecteer Instellingen > Niveauregeling > Stop vertraging >
Status
2. Selecteer Stop vertragingstijd.
3. Stel Stop vertragingstijd in.
6.8 Inschakelvertraging
Met deze functie kan het inschakelen van de pomp worden
vertraagd na inschakeling van de voedingsspanning. Het doel is
storingen in het stroomnet te voorkomen die zouden kunnen
optreden als meerdere pompen onmiddellijk worden ingeschakeld
na inschakeling van de voedingsspanning.
6.8.1 De inschakelvertraging instellen met Grundfos GO
Remote
1. Ga naar Instellingen > Inschakelvertraging.
2. Stel de functie in op Ingeschakeld.
3. Stel de tijdsvertraging in.
6.9 Droogloopbeveiliging
Als de pomp in werking is en het vloeistofniveau in de tank of put tot
onder het droogloopniveau daalt, wordt de pomp uitgeschakeld
door de droogloopbeveiliging om ervoor te zorgen dat de pomp niet
beschadigd raakt.
De droogloopbeveiliging is afhankelijk van een terugkoppelsignaal
van een niveausensor die in de tank of put is geïnstalleerd.
6.9.1 Het droogloopniveau instellen met Grundfos GO Remote
1. Ga naar Instellingen > Niveauregeling > Droogloopniveau.
2. Stel het droogloopniveau in.
Het droogloopniveau moet worden ingesteld op een
waarde die waarborgt dat de pomp niet beschadigd
raakt door drooglopen. Het specifieke niveau is afhan-
kelijk van het geïnstalleerde pomptype. Zie de installa-
tie- en bedieningsinstructies voor het product.
6.9.2 Het droogloopniveau instellen via het bedieningspaneel
1. Druk op OK en houd deze ingedrukt totdat het display begint
met knipperen.
2. Stel het droogloopniveau in met de toetsen Omhoog en
Omlaag.
221