Bij een wikkelingstemperatuur van circa 25 °C bedragen de minimale isolatieweerstanden dus
20 MΩ (U ≤ 1000 V) resp. 300 MΩ (U > 1000 V). De waarden gelden voor de hele wikkeling
tegen aarde. Bij het meten van afzonderlijke strengen gelden de dubbele minimale waarden.
● Droge wikkelingen die zo goed als nieuw zijn, hebben isolatieweerstanden van
● Tijdens de bedrijfstijd kan de isolatieweerstand van de wikkelingen door omgevings- of
De polarisatie-index meten
1. Voor de vaststelling van de polarisatie-index moet de isolatieweerstand na 1 minuut en na
2. Plaats de gemeten waarde in de vergelijking:
Bij isolatieweerstanden van > 5000 MΩ is het meten van de PI niet meer relevant en wordt
derhalve niet meer meegenomen in de beoordeling.
LET OP
Beschadiging van de isolatie
Een kritische isolatieweerstand of een lagere gemeten waarde kan leiden tot schade aan de
isolatie en tot spanningoverslag.
● Neem contact op met het Servicecenter (Pagina 175).
● Wanneer de gemeten waarde zich dicht bij de kritische waarde bevindt, dan dient de
Grenswaarden van de isolatieweerstand van de stilstandverwarming
De isolatieweerstand van de stilstandverwarming tegen de machinebehuizing mag bij een
meting met DC 500 V de waarde 1 MΩ niet onderschrijden.
SIMOTICS FD 1LN1
Bedieningshandleiding 01/2019
100 ... 2000 MΩ en kunnen eventueel ook hogere waarden hebben. Wanneer de waarde
voor de isolatieweerstand dicht bij de minimale waarde ligt, dan kan de oorzaak hiervoor
vocht en/of verontreiniging zijn. De afmetingen van de wikkeling, de nominale spanning en
andere kenmerken beïnvloeden de isolatieweerstand en moeten bij de bepaling van
maatregelen eventueel in de beoordeling worden betrokken.
bedrijfsinvloeden dalen. Bereken de kritische waarde van de isolatieweerstand, afhankelijk
van de nominale spanning, door de nominale spanning (kV) met de specifieke kritische
weerstandswaarde te vermenigvuldigen. Reken de waarde om naar de actuele
wikkelingstemperatuur op het meettijdstip, zie bovenstaande tabel.
10 minuten worden gemeten.
R
R
PI =
/
Isol 10 min
Isol 1 min
Veel meetapparaten tonen deze waarde automatisch na het verstrijken van de
meetperioden.
R
/ R
(10 min)
(1 min)
≥ 2
< 2
isolatieweerstand daarna in kortere intervallen te worden gecontroleerd.
Beoordeling
Isolatie in goede toestand
Afhankelijk van de totale beoordeling van de isolatie
Montage
5.2 Montage voorbereiden
59