Bedrijf
8.4 Bedrijfsonderbrekingen
8.4.1
Vorst- en corrosieschade in het koelsysteem vermijden
● Om corrosie- en vorstschade te vermijden, het water volledig uit het koelsysteem aflaten.
8.4.2
Bedauwing resp. condensvorming binnen de machine vermijden
● Als de overeenkomstige besturing niet automatisch gebeurt, schakel dan de eventueel
● U mag de stilstandverwarming ten vroegste twee uur na het uitschakelen van de machine
8.4.3
Stilstandschade aan de wentellager vermijden
Bij langere bedrijfspauzes kan de gelijke of nagenoeg gelijke rustpositie van de wentellager tot
stilstandschade resp. standstrepen of corrosievorming leiden.
● Neem de machine in bedrijfspauzes geregeld een keer per maand kortstondig in bedrijf.
● Let bij de herinbedrijfstelling op de informatie in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling".
Zie ook
Inbedrijfstelling (Pagina 101)
120
Blaas het koelsysteem aansluitend droog.
Als het leegmaken van het koelsysteem koeler vanwege een stand-by-vereiste met
kortstondige inbewaringstelling niet mogelijk is, bescherm de koelkringloop dan tegen vorst
en corrosieschade. Voeg daartoe de nodige additieven aan het koelwater toe.
LET OP
Belemmering van het warmtetransport
Toevoegingen zoals vorst- en corrosiewerende middelen kunnen het warmtetransport
negatief beïnvloeden.
Gebruik de motor alleen met de contractueel overeengekomen waterkwaliteit.
Om afzettingen te vermijden, moet de koelwaterkring in bedrijf blijven. Om een bedauwing
resp. condensaatvorming binnenin de machine zeker uit te sluiten, moet ook de
stilstandverwarming ingeschakeld blijven (indien aanwezig).
voorhanden zijnde stilstandverwarming in de bedrijfspauzen in. Zo vermijdt u de vorming
van condenswater.
inschakelen. Daarmee vermijd u schade aan de wikkelingsisolatie.
Draai minstens meerdere keren de rotor door.
Als u de machine van de werkmachine wordt afgekoppeld en met een rotorstopvoorziening
heeft beveiligd, verwijder deze dan voor u de rotor draait, resp. voor het bedrijf.
Zorg ervoor dat de rustpositie van de wentellager daarna anders is dan voordien. Gebruik
daardoor de inleg of de koppelingshelft als referentiepunt.
SIMOTICS FD 1LN1
Bedieningshandleiding 01/2019