Voorbereiding van de inzet
4.6 Koelmiddelspecificatie
Zie ook
Inhibitoren, vorstbescherming, biocoden (Pagina 36)
4.6.3
Inhibitoren, vorstbescherming, biocoden
De volgende antivriesmiddelen, inhibitoren en biociden kunt u gebruiken in het koelcircuit uit
roestvrij staal.
Tabel 4-5
Overzicht en gebruik van koelmiddeltoevoegingen
Inhibitor zonder vorstbe‐
schermende werking
Vorstbescherming
Biocide *
Vorstbescherming + bio‐
cide*
* werking ten opzichte van de groei van micro-organismen
Inhibitor zonder vorstbeschermende werking
Als u inhibitoren gebruikt zonder vorstbescherming, dan mag het koelmiddel/water geen
magnesiumcarbonaat bevatten.
Gebruik alleen de inhibitor NALCO TRAC100 van de firma Nalco in de mengverhouding 0,2 %
tot 0,25 %. Voor de controle van de inhibitorconcentratie kunt u bij Nalco zogeheten Control Kits
bestellen.
36
Gebruikt middel
Niet noodzakelijk
● Antifrogen N: 20 % < X ≤ 45 %
Een aandeel van 45 % zorgt voor een
vorstbescherming tot -15 °C.
● Antifrogen L: 25 % < X ≤ 48 %
Een aandeel van 48 % zorgt voor een
vorstbescherming tot -15 °C.
● Varidos FSK: 20 % < X ≤ 45 %
Een aandeel van 45 % zorgt voor een
vorstbescherming tot -15 °C.
Ja
● Antifrogen N, minimumhoeveelheid 20 %
● Antifrogen L, minimumhoeveelheid 30 %
● Varidos FSK, minimumhoeveelheid 30 %
Bij het gebruik van het antivriesmiddel Antifrogen N
>20 % is een voldoende biocidewerking gewaar‐
borgd.
Bij Antifrogen L en Varidos FSK is 30 % noodzakelijk
om hetzelfde effect te bereiken.
Bijzondere opmerking
Inhibitor 0,2 ... 0,25 % volumeconcentratie!
● Bij Antifrogen L is voor dezelfde
antivriesbescherming een hogere
concentratie nodig dan bij Antifrogen N
Koelcircuit met open expansievat
Bedieningshandleiding 01/2019
SIMOTICS FD 1LN1