Nederlands
Afb.2.6
M
Afb.2.7
Vermogensstand
L1, L2 and L3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Power Boost
M
Maximale Werkingstijd
2 uren
6 uren
6 uren
5 uren
5 uren
4 uren
1.5 uren
1.5 uren
1.5 uren
1.5 uren
10 minuten
Tabel 2.2
Indicator Resthitte, H
Een kookzone blijft na gebruik enige tijd heet terwijl hij
afkoelt. Wanneer een kookzone uit wordt gezet verschijnt het
symbool van de indicator resthitte, [H ], op het scherm. Dat
betekent dat de kookzone een temperatuur van boven 60 °C
heeft en brandwonden kan veroorzaken. Als de temperatuur
eenmaal onder 60 °C is gedaald, gaat [H ] uit.
Kinderslot,
BELANGRIJK: Dit kan alleen worden ingeschakeld
n
wanneer alle kookzones uit zijn.
Om te voorkomen dat kinderen gebruik maken van de
kookplaat kunt u het kinderslot instellen.
Om de kookplaat te vergrendelen, draait u eerst een van
de inductieknoppen aan en weer uit – dit activeert het
scherm – dan draait u tegelijkertijd beide achterste buitenste
inductieknoppen linksom (Afb.2-6) totdat
controlescherm verschijnt voor alle kookzones (Afb.2-7).
Opmerking: [A] zal knipperen wanneer de kookplaat wordt
vergrendeld - dit is normaal.
Het vergrendelen van de kookplaat zal GEEN invloed hebben
op de oven; het kan nog steeds gebruikt worden.
Om de kookplaat te ontgrendelen, draait u de twee linker
knoppen gelijktijdig naar links totdat het symbool
het midden van het bedieningspaneel van de kookplaat
verdwijnt.
Lage Temperatuurinstelling,
L1/L2/L3
Elk kookgedeelte is uitgerust met 2 lage temperatuur
instellingen:
• L1 behoudt een temperatuur van zo'n 44 °C – ideaal voor
het zachtjes laten smelten van boter of chocolade.
• L2 behoudt een temperatuur van zo'n 70 °C - ideaal voor
het warmhouden van eten nadat het is bereid.
• L3 behoudt een temperatuur van zo'n 94 °C – ideaal voor
sudderen (breng de pan aan de kook en kies vervolgens
L3 om soepen, sauzen, stoofpotten enz. optimaal te
laten sudderen).
Deze instelling kan maximaal 2 uur lang worden gebruikt. Als
u de temperatuur wilt verhogen, draait u de bedieningsknop
eenvoudig op het gewenste niveau. De maximale tijden voor
alle vermogensniveaus zijn in Tabel 2.2 weergegeven.
12
op het
in