3. Zet de Variable Drain Valve van de
schoonwatertank open.
4. Spoel de schoonwatertank uit. Spoel vuil en
afval naar de afvoer van de schoonwatertank.
5. Spoel de drijvende sensor en het roosterfilter
schoon. Leeg vervolgens de
schoonwatertank.
M30 9004688 (1−2013)
6. Zet de Variable Drain Valve van de
schoonwatertank dicht.
7. Monteer de afvoerslang van de
schoonwatertank weer op de achterkant van
de vuilwatertank.
8. Sluit het deksel van de schoonwatertank.
BEDIENING
39