Symbool
Functie
1, 2, 3
Grillstanden
of
I, II, III
1, 2, 3
Reinigingsstanden
of
I, II, III
Opwarmindicatie
Het apparaat geeft aan wanneer het opwarmt.
Wanneer het apparaat opwarmt, is op het display het
symbool verlicht.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het inschuiven van het gerecht bereikt zodra het sym-
bool verdwenen is.
Opmerkingen
¡ De opwarmingsindicatie verschijnt alleen bij verwar-
mingsmethoden waarbij een temperatuur wordt in-
gesteld. Bij grillstanden bijv. verschijnt de opwar-
mingsindicatie niet.
¡ Door thermische traagheid kan de weergegeven
temperatuur een beetje afwijken van de werkelijke
temperatuur in de binnenruimte.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→ "Accessoires", Pagina 9
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
5 Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking: Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
Gebruik
De grillstanden instellen voor Grill, groot en Grill, klein (afhankelijk van het type
apparaat).
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
De reinigingsstanden instellen voor deZelfreiniging.
1 = licht
2 = gemiddeld
3 = intensief
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 21
Verlichting
De ovenlamp verlicht de binnenruimte.
Bij de meeste verwarmingsmethoden en functies is de
verlichting aan als het programma loopt. Wordt de wer-
king met de functieschakelaar beëindigd, dan gaat de
verlichting uit.
Met de stand Ovenlamp van de functiekeuzeknop kunt
u de verlichting zonder verwarming inschakelen.
Koelventilator
De koelventilator schakelt tijdens gebruik automatisch
in. De lucht ontsnapt via de deur.
LET OP!
Dek de ventilatiesleuven boven de deur van het appa-
raat niet af. Het apparaat raakt oververhit.
Houd de ventilatiesleuven vrij.
▶
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking voortgezet.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires nl
9