1.
Tip: Let er bij het inbouwen op dat de deurruiten
zich in de oorspronkelijke volgorde bevinden.
De middelste ruit zo neerleggen, dat de pijl
rechtsboven wijst.
2.
Juiste positie van de 4 afstandhouders en de 2
dichtingen controleren.
De afstandshouder op het midden van de lijnen
‒
plaatsen
.
De afdichtingen aan de hoeken bevestigen
‒
3.
De middelste ruit met afstandshouder en afdichtin-
gen in de richting van de pijl plaatsen
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op het frame
4.
Plaats de tweede middelste ruit zonder afstandshou-
der en afdichtingen en schuif deze in de richting van
de pijl, totdat deze in het plaatstalen frame past
De pijl op de middelste ruit moet corresponderen
met de pijl op het frame
naar
.
.
.
.
5.
Duw de eerste tussenruit bij
schuif de houder
dat deze vergrendelt.
a De houder is ingebracht.
6.
De binnenruit zo op de apparaatdeur leggen dat het
nummer
ruit schuin naar achteren in de bevestigingsrail
plaatsen.
.
7.
De binnenruit voorzichtig schuin naar boven optillen
en de houder
iets naar beneden en
schuin er in en aandrukken, tot-
rechts onderaan leesbaar is. De binnen-
aanbrengen.
Apparaatdeur nl
27