6
Onderhoud
Het koelvloeistofniveau moet zich tussen
de bovenste markering (4) en de onderste
markering (5) bevinden.
– Controleer het koelvloeistofniveau.
– Vul indien nodig koelvloeistof bij tot aan de
bovenste markering.
– Schroef de tankdop (3) weer stevig vast.
– Schuif de koelvloeistoftank (2) weer op zijn
plaats tot de borgpen (1) vastklikt.
– Breng de linker zijbeplating aan.
Wielen en banden onderhouden
WAARSCHUWING
Ongevallenrisico!
Onregelmatige slijtage vermindert de stabiliteit van
de machine en verlengt de remweg.
– Vervang versleten of beschadigde banden on-
middellijk aan de linker- en aan de rechterzijde.
WAARSCHUWING
Kantelgevaar!
De kwaliteit van de banden beïnvloedt de stabiliteit
van de machine.
Als u een ander bandtype op de machine wilt
gebruiken dan de door de fabrikant van de machine
goedgekeurde banden, of banden van een andere
fabrikant, moet u eerst bij de fabrikant van de
machine om toestemming daarvoor vragen.
WAARSCHUWING
Risico voor de stabiliteit!
Bij luchtbanden of volrubber banden mogen velg-
delen niet worden veranderd en velgdelen van
verschillende fabrikanten mogen niet door elkaar
worden gebruikt.
Bandenspanning controleren
– Controleer de bandenspanning van alle vier
de banden en pas deze indien nodig aan.
324
2
1
56358042506 [NL]
Onderhoud
3
4
5
6341_003-024
1
2
7321_003-003