Gebruik
– Neem maatregelen om te voorkomen dat
de machine wegrolt; gebruik bijvoorbeeld
wielkeggen (1).
– Breng het trekstangoog op één lijn met de
vangmuilkoppeling.
– Trek de veiligheidsgreep (3) naar buiten.
– Duw de handhendel (2) omhoog.
GEVAAR
Er kunnen mensen tussen de heftruck en de aan-
hangwagen bekneld raken.
Zorg ervoor dat bij het aankoppelen niemand zich
tussen de heftruck en de aanhangwagen bevindt.
LET OP
Bij het aankoppelen moet het trekstangoog zich in
het midden van de vangmuilkoppeling bevinden.
Nalatigheid hierin kan tot beschadiging van de
vangmuilkoppeling of het trekstangoog leiden!
– Zorg ervoor dat het trekstangoog de vangmuil-
koppeling in het midden binnengaat.
– Rijd de machine langzaam achteruit.
GEVAAR
Als de koppelpen tijdens het slepen losraakt, zal
de last loskomen en wordt de aanhangwagen
oncontroleerbaar. Er bestaat een ongevalrisico!
Als de veiligheidsgreep uitsteekt, is het trekstan-
goog niet goed aangekoppeld. In deze toestand
mag er niet met de aanhangwagen worden gere-
den.
– Controleer of de veiligheidsgreep helemaal op
één lijn ligt met de borgbus.
– Als de veiligheidsgreep uitsteekt, dient de
aankoppelprocedure te worden herhaald.
– Verwijder de beveiligingen tegen wegrollen
van de aanhangwagen.
– Sleep de aanhangwagen weg.
3
56358042506 [NL]
Aanhangwagens trekken
7321_003-064
5
2
219