5
Gebruik
Rijden
De machine is voorzien van een stoelschake-
laar. Deze controleert of de bestuurder op de
bestuurdersstoel zit. Indien dit niet het geval
is, of bij een storing van de stoelschakelaar,
kan er niet met de heftruck worden gereden
en worden alle heffuncties vergrendeld. In dat
geval verschijnt de melding
STOELSCHAKE-
op het display- en bedieningspaneel;
LAAR
zie het hoofdstuk "Melding
STOELSCHAKE-
".
LAAR
– Hef het vorkenbord tot er voldoende bo-
demvrijheid is.
– Neig de hefmast naar achteren.
– Haal de heftruck van de parkeerrem .
– Kies de gewenste rijrichting.
Op het display- en bedieningspaneel licht het
display voor de gekozen rijrichting "vooruit" (1)
of "achteruit" (2) op.
1
OPMERKING
Afhankelijk van de uitrusting kan als waar-
schuwing bij het achteruitrijden een geluids-
signaal (variant) klinken, de waarschuwings-
lamp (variant) oplichten of kunnen de waar-
schuwingsknipperlichten (variant) knipperen.
2
5060_003-082
56358042506 [NL]
115