Gebruik
– Steek de koppelpen (1) in de boring (2) van
de bodemplaat tot de pen duidelijk op de
plaat van de remklep eronder rust.
– Druk de koppelpen herhaaldelijk recht
omlaag.
De veerrem wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
Om de veerrem volledig uit te schakelen,
drukt u de plaat van de remklep ten minste
30 keer omlaag. De druk die daardoor in het
hydraulisch remsysteem wordt opgebouwd,
schakelt de veerrem uit.
– Nadat de veerrem is uitgeschakeld, duwt u
de rubberlip in de rubbermat weer omlaag.
– Breng de koppelpen in het contragewicht
aan.
Remklep zonder de koppelpen bedienen:
– Verwijder de rubbermat.
– Verwijder de bodemplaat.
– Druk de plaat (3) van de remklep herhaal-
delijk omlaag.
De veerrem wordt uitgeschakeld.
OPMERKING
Om de veerrem volledig uit te schakelen,
drukt u de plaat van de remklep ten minste
30 keer omlaag. De druk die daardoor in het
hydraulisch remsysteem wordt opgebouwd,
schakelt de veerrem uit.
– Nadat de veerrem is uitgeschakeld, brengt
u de bodemplaat en de rubbermat opnieuw
aan.
WAARSCHUWING
Verwondingsgevaar door vallen of uitglijden!
Als de bodemplaat niet wordt aangebracht, bestaat
het gevaar dat u met uw schoenen blijft hangen en
valt. Zelfs als de bodemplaat is aangebracht, be-
staat er nog gevaar dat u uitglijdt en zich verwondt
wanneer de rubbermat niet wordt gebruikt.
– Breng de bodemplaat en de rubbermat aan.
56358042506 [NL]
Procedure in noodsituaties
5
1
2
6341_003-036
3
7341_003-030
271