Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Gedrag Van True-Rms-Meters Bij Nulinvoer (28 Ii); Laagdoorlaatfilter (28 Ii); Laagdoorlaatfilter - Fluke 27 II Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor 27 II:
Inhoudsopgave

Advertenties

27 II/28 II
Gebruiksaanwijzing
Als u de spanning meet, gedraagt de meter zich
ongeveer als een impedantie van 10 MΩ (10.000.000 Ω)
parallel aan het circuit. Dit belastingseffect kan
meetfouten in circuits met hoge impedantie veroorzaken.
Meestal is de fout te verwaarlozen (0,1% of minder) als
de impedantie van het circuit 10 kΩ (10.000 Ω) of kleiner
is.
Voor het verkrijgen van een hogere nauwkeurigheid
wanneer u de dc-nulpuntsafwijking van een
wisselspanning meet, moet u eerst de wisselspanning
meten. Noteer het bereik van de wisselspanning en
selecteer dan handmatig een gelijkspanningsbereik dat
gelijk of hoger dan het wisselspanningsbereik is. Deze
procedure verhoogt de nauwkeurigheid van de
gelijkstroommeting door te verzekeren dat
ingangsbeschermingscircuits niet worden geactiveerd.

Gedrag van True-rms-meters bij nulinvoer (28 II)

True-rms-meters meten nauwkeurig vervormde
golfvormen, maar als de ingangskabels worden
kortgesloten in de wisselstroomfuncties, geeft de meter
een restaflezing tussen 1 en 30 tellingen weer. Bij open
meetkabels kunnen de aflezingen in het display
schommelen door storingen. Deze afwijkingen zijn
normaal. Zij hebben geen invloed op de nauwkeurigheid
van ac-metingen over de gespecificeerde meetbereiken.
16
Niet-gespecificeerde ingangsniveaus zijn:
Wisselspanning: onder 3% van 600 mV ac, of 18 mV
ac
Wisselstroom: onder 3% van 60 mA ac, of 1,8 mA ac
Wisselstroom: onder 3 % van 600 μA ac, of 18 μA ac

Laagdoorlaatfilter (28 II)

Model 28 II is uitgerust met een laagdoorlaatfilter voor
wisselspanning. Wanneer u de wisselspanning of de
wisselstroomfrequentie meet, drukt u op  om de
modus laagdoorlaatfilter () te activeren. De meter gaat
door met het verrichten van metingen in de gekozen
modus, maar het signaal gaat nu door een filter dat
ongewenste spanningen boven 1 kHz blokkeert (zie
Afbeelding 3). De lagere frequenties worden doorgelaten
met verminderde nauwkeurigheid naar de meting onder
1 kHz. Het laagdoorlaatfilter kan de meetprestaties
verbeteren bij samengestelde sinusgolven die door
gelijkstroomwisselstroomomzetters en
motoraandrijvingen met variabele frequentie worden
gegenereerd.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

28 ii

Inhoudsopgave