U kunt de magnetron met de volgende functies
combineren:
¡ Verwarmingsmethoden → Pagina 15
– 4D hetelucht
– Boven- en onderwarmte
– Circulatiegrillen
– Grill, groot
– Grill, klein
¡ Gerechten → Pagina 22
¡ Kerntemperatuurmeter → Pagina 20
¡ Knapperig laagje → Pagina 20
Mogelijke magnetronvermogens in combinatie met een
functie zijn:
¡ 90 watt
¡ 180 watt
¡ 360 watt
11.3 Magnetron instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡ → "Veiligheid", Pagina 3
¡ → "Materiële schade vermijden", Pagina 8
¡ → "Magnetronvermogen", Pagina 12
¡ → "Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina 18
Druk op "Magnetron".
1.
Of kies de magnetron direct met de knop
‒
Druk op het gewenste magnetronvermogen.
2.
Druk op "Tijdsduur".
3.
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijds-
duur nodig.
Druk om de vooringestelde tijdsduur te wijzigen op
4.
de betreffende tijdswaarde, bijv. minutenaanwijzing
"min" of secondenaanwijzing "s".
a De geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
Stel de tijdsduur in met
5.
Of voer de tijdsduur direct in via het numerieke veld
.
Rest indien nodig de instelwaarde met
Druk op "Overnemen".
6.
Start de werking met
7.
a De magnetron start en de tijdsduur loopt af. Bij het
maximale magnetronvermogen "Boost" geeft het
display de vermogensreductie aan.
→ "Magnetronvermogen", Pagina 12
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
Wanneer de tijdsduur is verstreken:
8.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Als u de droogfunctie voor de magnetron in de ba-
9.
sisinstellingen hebt uitgeschakeld, de binnenruimte
drogen.
→ "Drogen", Pagina 32
.
of
of via de instelbalk.
.
.
wanneer het ge-
Opmerking: Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens
het gebruik, wordt de werking stopgezet. Als u de ap-
paraatdeur sluit, moet u de werking voortzetten. Heeft u
de basisinstelling hiervoor gewijzigd, zorg er dan voor
dat de magnetron niet verder loopt terwijl hij leeg is.
→ "Basisinstellingen", Pagina 25
Magnetronvermogen wijzigen
U kunt het magnetronvermogen te allen tijde wijzigen.
Druk op het magnetronvermogen.
1.
Wijzig het magnetronvermogen.
2.
Druk op "Overnemen".
3.
Tijdsduur wijzigen
U kunt de tijdsduur altijd wijzigen.
Op de tijdsduur drukken.
1.
Wijzig de tijdsduur met
2.
Of voer de temperatuur direct in via het numerieke
veld
.
Druk op "Overnemen".
3.
11.4 Magnetron bijschakelen instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡ → "Veiligheid", Pagina 3
¡ → "Materiële schade vermijden", Pagina 8
¡ → "Magnetronvermogen", Pagina 12
¡ → "Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina 18
Vereiste: Let op de informatie bij de betreffende func-
tie.
→ "Instelmogelijkheden met magnetron", Pagina 18
Druk op de gewenste functie.
1.
Maak de instellingen bij de functie, bijv. verwar-
2.
mingsmethode en temperatuur.
Druk op "Magnetron-aanvulling"
3.
Druk op het gewenste magnetronvermogen.
4.
Druk op "Tijdsduur" en stel de tijdsduur in.
5.
Start de werking met
6.
a Het apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
a Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
Wanneer de tijdsduur is verstreken:
7.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
‒
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met
‒
recht klaar is.
Bijgeschakelde magnetron wijzigen
U kunt de bijgeschakelde magnetron altijd wijzigen of
deactiveren.
Druk op het magnetronvermogen.
1.
2.
Het magnetronvermogen wijzigen of deactiveren.
Druk op "Overnemen".
3.
Magnetron nl
of
of via de instelbalk.
.
.
wanneer het ge-
19