Symptoom 11: Het alarmbericht geeft
11
M
OGELIJKE OORZAKEN
Communicatieprobleem van de
bedrade afstandsbediening (A4P of
A5P (EKRUPG)) met de
hoofdprintplaat (A11P).
Symptoom 12: Het alarmbericht
COMM.PROBLEM
aan
12
M
OGELIJKE OORZAKEN
Het DICN-systeem vindt de unit niet
(EKACPG)
Symptoom 13: Het alarmbericht
VERSION ERR
aan
13
M
OGELIJKE OORZAKEN
Alle units in het DICN-systeem
(EKACPG) hebben niet dezelfde
softwareversie.
Symptoom 14: De waterdruk daalt
M
OGELIJKE OORZAKEN
Er is een lek in het watercircuit.
Het expansievat is stuk of werkt niet
goed.
O
NDERHOUD
Om een optimale werking van de unit te verzekeren moet u op
geregelde tijdstippen de unit en de lokale bedrading controleren.
Als de unit wordt gebruikt voor airconditioningdoeleinden moeten de
hieronder beschreven controles minstens één maal per jaar worden
uitgevoerd. Als de unit voor andere doeleinden wordt gebruikt, moet
dit om de 4 maanden gebeuren.
Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren moet
u steeds de hoofdschakelaar op het voedingspaneel uit-
schakelen, de zekeringen verwijderen of de beveiligingen
van de unit openen.
Reinig de unit nooit met water dat onder druk staat.
Gebruiksaanwijzing
23
0U5:PCB COMM.PROBLEM
W
AT TE DOEN
Controleer of de bedrading met de
hoofdprintplaat (A11P) overeenstemt
met het bedradingsschema.
Controleer of de "adresinstelling" en
de "instelling van de
afsluitweerstand" met de DIP-
schakelaars overeenstemt met het
bedradingsschema.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer.
NETWORK SAFETY
geeft
0U4:PCB
W
AT TE DOEN
Controleer of de bedrading tussen
de units overeenstemt met het
bedradingsschema.
• Controleer of alle units in het DICN-systeem
van stroom voorzien zijn.
• Controleer of het juiste aantal slave-units
gedefinieerd is in de master-unit.
• Controleer of in elke unit de adresinstelling
juist is gedefinieerd (zie de
montagehandleiding).
NETWORK SAFETY
geeft
0U4:SW
W
AT TE DOEN
Controleer de softwareversie van
elke unit.
Raadpleeg uw plaatselijke dealer als
u de software moet upgraden.
W
AT TE DOEN
Controleer het watercircuit op
lekken.
Vervang het expansievat.
Wat te doen bij onderhoud
aan
Een erkend elektricien moet instaan voor de controle van
de bedrading en de voeding.
Luchtwarmtewisselaar
Verwijder met behulp van een borstel en een blazer het stof en
ander vuil van de condensorlamellen. Blaas vanaf de binnen-
kant van de unit. Let op dat u daarbij de lamellen niet plooit of
beschadigt.
Lokale bedrading en voeding
•
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
•
Controleer de aansluitingen en zorg ervoor dat ze goed bevestigd
zijn.
•
Controleer de goede werking van de hoofdschakelaar en de
aardsluitingsaanwijzer op het lokale voedingspaneel.
Interne bedrading van de unit
Controleer op het zicht of er in de schakelkasten geen losse
aansluitingen steken (klemmen en componenten). Zorg ervoor
dat de elektrische componenten niet beschadigd zijn of
loszitten.
Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels nog steeds naar behoren zijn
bevestigd en de aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
Koelcircuit
•
Controleer op lekken binnenin de unit. Raadpleeg uw plaatselijke
dealer als u een lek vindt.
•
Controleer de bedrijfsdruk van de unit. Raadpleeg "De unit
inschakelen" op pagina 8.
Compressor
•
Controleer op olielekken. Raadpleeg uw plaatselijke dealer als er
een olielek is.
•
Controleer de compressor op abnormale geluiden en trillingen.
Raadpleeg
beschadigd is.
Ventilatormotor
•
Reinig de koelribben van de motor.
•
Controleer op abnormale geluiden. Raadpleeg uw plaatselijke
dealer als de ventilator of de motor beschadigd is.
Watertoevoer
•
Controleer of de wateraansluiting nog goed vastzit.
•
Controleer de waterkwaliteit (raadpleeg de montagehandleiding
van de unit voor de specificaties).
Waterfilters
•
Maak het waterfilter voor de waterinlaat van de verdamper één
keer om de 4 maanden schoon.
•
Controleer het filter op eventuele schade en controleer of de
mazen over het hele filter nog steeds maximaal 1,0 mm groot
zijn.
Watersensoren
Controleer of alle watersensoren goed in de inlaat- en
uitlaatwaterleiding bevestigd zijn.
Stromingsschakelaar
Zorg dat er geen vuil op het blad van de stromingsschakelaar
zit.
Waterdruk
Controleer of de waterdruk binnen het toegestane bereik valt.
Raadpleeg de montagehandleiding die bij de unit is geleverd.
Vereisten bij het opruimen
Het ontmantelen van de unit, behandelen van het koelmiddel, olie en
andere onderdelen moet gebeuren in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale wetgeving.
uw
plaatselijke
dealer
als
Bedrijfsklare luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen
de
compressor
EWAQ080~260DAYN
4PW35556-1F – 2014.03