1. De ProSense System begint met de
waarneming van de wasgoedlading om
de werkelijke programmaduur te
berekenen. De aanduiding
tijdstippen knipperen.
2. Na ongeveer 15 minuten toont het display
de nieuwe programmaduur: de
aanduiding
gaat uit en de tijdstippen
stopt met knipperen.
Het apparaat past de programmaduur
automatisch aan de lading aan, om in de
kortst mogelijke tijd perfecte
wasresultaten te krijgen. De
programmaduur kan langer of korter
worden.
De ProSense System-detectie wordt
alleen uitgevoerd met volledige
wasprogramma's (zonder geselecteerde
overslafase).
De ProSense System is niet beschikbaar
bij alle programma's zoals:Wol/Zijde,
Spoelen, CentrifugerenPompen, en
programma's met korte cycli.
11.13 Open het deksel van het
apparaat als het programma in
werking is:
LET OP!
Als de temperatuur en het waterpeil in de
trommel te hoog zijn, blijft het symbool
aan en kunt u het deksel niet
openen.
Ga als volgt te werk om het deksel te openen:
1. Druk een paar seconden op de knop
Aan/Uit
om het apparaat uit te
schakelen.
2. Wacht een paar minuten met het openen
van het deksel.
3. Sluit het deksel.
4. Activeer het apparaat en stel het
programma weer in.
24
NEDERLANDS
11.14 Het deksel openen als de
functie uitgestelde start is
ingesteld.
en de
Als het startuitstel in werking is, is het deksel
van het apparaat vergrendeld.
Om het deksel van het apparaat te openen:
1. Druk op de knop Start/Pauze.
Het lampje
2. Open het deksel.
3. Sluit het deksel en druk op de knop Start/
Pauze
Het startuitstel gaat door.
11.15 Einde programma
Wanneer het programma is voltooid, stopt het
apparaat automatisch. Als het geluidssignaal
actief is, weerklinkt het signaal.
Op het display gaat
indicatielampje deksel vergrendeld
uit.
Het lampje van toets Start/Pauze gaat uit.
1. Druk op toets Aan/Uit om het apparaat uit
te schakelen.
Vijf minuten na afloop van het programma
schakelt energiebesparingsfuncie het
apparaat automatisch uit.
Als u het apparaat weer inschakelt, wordt
het einde van het als laatste ingestelde
programma in het display weergegeven.
Draai aan de programmaknop om een
nieuwe cyclus in te stellen.
2. Haal het wasgoed uit het apparaat.
3. Zorg ervoor dat de trommel leeg is.
4. Laat de deur iets open staan om de
vorming van schimmel en onaangename
luchtjes te voorkomen
11.16 Laat het water weglopen na
afloop van de cyclus
Het wasprogramma is voltooid, maar er
staat water in de trommel:
De trommel draait regelmatig om
kreukvorming van het wasgoed te
voorkomen.
gaat uit.
.
aan en het
gaat