. . . in de diepvrieszone
Om verse levensmiddelen in te vriezen
en om levensmiddelen over een lange
tijd te bewaren is een temperatuur no-
dig van -18 °C. Bij deze temperatuur is
de groei van micro-organismen vrijwel
uitgesloten. Zodra de temperatuur stijgt
tot boven -10 °C, begint de ontbinding
door micro-organismen en zijn de le-
vensmiddelen minder lang houdbaar.
Daarom mogen geheel of gedeeltelijk
ontdooide levensmiddelen pas opnieuw
worden ingevroren nadat ze eerst zijn
verwerkt (koken of braden). De meeste
micro-organismen worden door de ho-
ge temperaturen vernietigd.
De juiste temperatuur
Temperatuur instellen
U kunt de temperatuur instellen met de
aan-uitknop/temperatuurregelaar.
Draai de temperatuurregelaar op één
van de standen tussen 1 en 7.
Hoe verder u draait, des te lager de
temperatuur in het toestel wordt.
Wij adviseren één van de middelste
standen.
Wanneer zich in de diepvrieszone in-
gevroren levensmiddelen bevinden, die
voorlopig beslist niet mogen ontdooien,
is het aan te bevelen om een stand tus-
sen de 4 en 7 in te stellen.
Deze stand is ook aan te bevelen wan-
neer
– de toesteldeuren erg vaak open wor-
den gedaan;
– er grote hoeveelheden levensmid-
delen in het toestel worden gelegd
– of de kamertemperatuur hoog is.
Pas om bovengenoemde redenen de
temperatuur met de temperatuurrege-
laar aan.
Is stand 7 gekozen, is het mogelijk dat
in het koudste gedeelte van de koelzo-
ne (boven de groente- en fruitvakken en
tegen de achterwand) temperatuur van
onder de 0 °C worden bereikt.
19