6
Digitale effecten | Hoofdcontrole
6.5 De MIDI-besturingsmodus gebruiken om StudioLive op afstand te bedienen
6.5.1 MIDI begrijpen
6.5.2 Scènes en FX-presets op afstand oproepen
6.5.3 Control Change-berichten gebruiken om volume- en FX-toewijzingen te regelen
Uw StudioLive kan worden bestuurd met een MIDI-controller die is aangesloten op de
MIDI In-aansluiting aan de achterkant en een MIDI-stream die via USB vanaf een computer
wordt verzonden. In deze sectie bespreken we het gebruik van een hardware MIDI-
controller om de bestuurbare parameters op uw StudioLive te wijzigen.
Voor informatie over het gebruik van Studio One Artist of een andere
DAW om uw StudioLive te besturen, raadpleegt u de StudioLive
16.0.2 USB Software Library Reference Manual.
MIDI staat voor 'Musical Instrument Digital Interface'. MIDI maakt de uitwisseling van
uitvoeringsinformatie (muzieknoten, programmawijzigingen, synthparameters en nog veel meer)
mogelijk tussen elektronische muziekinstrumenten, effectapparaten, computers, compatibele
softwareapplicaties en meer. Het is ook gebruikt voor een breed scala aan andere
toepassingen, zowel muzikaal als niet-muzikaal.
Voordat u de MIDI Control Mode gaat gebruiken, zijn er een paar eenvoudige
MIDI-termen die u moet begrijpen: MIDI-kanalen, Program Change-
berichten en Control Change-berichten.
4 MIDI-kanalen. MIDI-gegevens worden verzonden en ontvangen op 16 kanalen. Dit maakt het mogelijk
kunt u maximaal 16 discrete berichten tegelijkertijd naar een MIDI-apparaat sturen. Op
elk kanaal kan slechts één MIDI-event tegelijk worden verzonden, maar er kunnen
meerdere berichten serieel worden gestreamd (de een na de ander).
4 Programmawijzigingsberichten. Programmawijzigingsberichten worden naar een apparaat gestuurd
om een 'patch'-wijziging op een gespecificeerd MIDI-kanaal aan te vragen. De StudioLive 16.0.2
USB gebruikt eenvoudige Program Change-berichten om scenes en FX-presets op te roepen.
U kunt kiezen op welk MIDI-kanaal u uw StudioLive deze berichten wilt laten ontvangen. U zult voor
elk kanaal een ander kanaal willen selecteren.
4 Control Change-berichten. Zoals hun naam aangeeft, Control Change
berichten worden naar een apparaat verzonden om specifieke parameterwaarden te
wijzigen. Een MIDI Control Change-bericht kan voor veel dingen worden gebruikt,
waaronder Volume, Pan, Sustain aan/uit en modulatie. De StudioLive 16.0.2 USB gebruikt
Control Change-berichten om de niveaus van zowel FX A als FX B en de Main-mix te
wijzigen, en om beide bussen te dempen en op te heffen. U kunt selecteren op welk
Control Change-bericht u wilt dat deze parameters reageren.
Om te beginnen moet u eerst unieke MIDI-kanalen toewijzen aan FXA, FXB en Scene
Recall vanaf pagina 3 van het System-menu. Hierdoor kunt u een ander Program Change-
bericht naar elk van deze drie preset-bibliotheken sturen, zodat u afzonderlijk door elke
preset-bibliotheek kunt navigeren.
Gebruik de knoppen Volgende en Vorige om naar elk kanaalveld te navigeren en een MIDI-kanaal
in te stellen met behulp van de waarde-encoder. U kunt elk kanaal kiezen van 1 tot 16.
Zodra u verschillende MIDI-kanalen voor FXA, FXB en Scene Recall heeft
toegewezen, hoeft u alleen maar een Program Change-bericht naar een van die
kanalen te sturen, met behulp van uw externe MIDI-controller.
Uw StudioLive gebruikt CC-berichten om het hoofd- en FX-uitvoervolume en FX
Assign/Unassign to Mains te regelen. Hoewel de MIDI Gedetailleerde Specificatie
bepaalde regelaars toewijst aan gespecificeerde CC-berichtnummers, kunt u elk CC-
berichtnummer voor deze parameters gebruiken.
StudioLive® 16.0.2 USB-
gebruikershandleiding
54