Basisbediening
5 5.2 Aux- en FX-bussen
5.2.2 Interne FX-busbedieningen
5.2.3 Aux- en FX-buskanaalverzendingen
Net rechts van het Fat Channel vindt u de masterbusregelaars voor de twee interne effectbussen, EFX A en EFX B:
Interne effectenbusselectieknop. Maakt het bekijken van vetkanalen mogelijk.
De Select-knop brengt het Fat-kanaal voor de Effects Bus in beeld, waardoor u
dynamische verwerking en EQ kunt toevoegen.
Hoofdtoewijzingsknop. Wijst/verwijdert de toewijzing van de FX-bus aan de hoofduitgang.
Deze knop stuurt de interne effectenbus (EFX) naar de hoofduitgang.
Het licht geel op als de bus op het elektriciteitsnet is aangesloten. Om de effectbus in de
hoofduitgang te dempen, verwijdert u eenvoudigweg de toewijzing.
Aux-toewijzingsknop. Wijst/verwijdert de toewijzing van de FX-bus aan Aux 1-4.
Deze knop stuurt de interne effectenbus (EFX) naar alle vier de Aux-uitgangen. Het licht
geel op als de bus is gekoppeld aan de hulpbussen. Om de effectbus in de aux-apparaten te
dempen, verwijdert u eenvoudigweg de toewijzing.
FX-niveauregeling. Past het masterniveau van de Effects Send Mix aan.
Deze knop regelt het algehele uitgangsniveau van de interne effectmix.
Naast het instellen van de dynamiek voor elk kanaal en elke bus, en het meten van elk kanaal en de output,
kunt u met het Fat Channel aux-mixen creëren en snel het zendniveau voor elk kanaal bekijken.
Voor dit doel worden de Encoder Mode-knoppen links van het Fat Channel gebruikt. Met
elk van deze knoppen kunt u het zendniveau voor elk kanaal naar die aux- of FX-mix
bekijken en instellen.
FXA- en FXB-encodermodusknoppen. Maakt FXA- of FXB-busmixing
in het Fat-kanaal mogelijk.
Als een van deze knoppen is ingeschakeld, worden de 12 encoders in het Fat Channel de FX-zendniveauregelaars
voor elk van hun respectievelijke ingangskanalen naar de ingeschakelde bus (FXA of FXB). De meters geven de
verzendhoeveelheid van elk van de ingangskanalen weer. De encoders voor de stereokanalen stellen het
zendniveau in voor zowel de linker- als de rechteringang, op voorwaarde dat stereokoppeling is ingeschakeld.
Zie paragraaf 5.1 voor details.
Aux 1-4 Encodermodusknoppen. Schakelt Aux Mixing in het vetkanaal in.
Als een van deze knoppen wordt ingeschakeld, worden de 12 encoders in het Fat Channel de aux-send-niveauregelaars
voor elk van hun respectievelijke ingangskanalen naar de ingeschakelde Aux-bus (Aux 1-4). De meters geven
de verzendhoeveelheid van elk van de ingangskanalen weer.
De encoders voor de stereokanalen stellen het zendniveau in voor zowel de linker- als de rechteringang, op
voorwaarde dat stereokoppeling is ingeschakeld. Zie paragraaf 5.1 voor details.
Wanneer een Aux-paar Stereo-gekoppeld is, maken de Aux 2- en Aux 4-knoppen panbediening mogelijk
voor elk kanaal in het Aux-paar, en worden de 12 encoders in het Fat Channel de panbediening voor elk van
hun respectievelijke ingangskanalen. De meters geven de paninstelling van elk van de ingangskanalen weer.
Gebruik de Aux 1 en Aux 3 Encoder-modusknoppen om het zendniveau van elk kanaal naar het aux-paar
in te stellen.
StudioLive® 16.0.2 USB-
gebruikershandleiding
28