Het vetkanaal
4 4.2 Ingangsbedieningen
4.2
Invoerbedieningen
Trimcontrole. Past het ingangsversterkingsniveau aan.
De analoge Trim-regelaars boven het Fat Channel passen de versterking van de
analoge ingang van het kanaal aan. Het is erg belangrijk om deze regeling goed af
te stellen om ruis te minimaliseren en vervorming door overbelasting te voorkomen.
Raadpleeg sectie 2.1 voor advies over versterkingsfasering en stappen voor niveau-instelling .
Knop Polariteit omkeren. Keert de polariteit van het geselecteerde kanaal om.
Druk op deze knop om de polariteit van het signaal van het geselecteerde kanaal om te keren
(dat wil zeggen om de polariteit met 180° te veranderen). De knop gaat branden, wat
aangeeft dat Polarity Invert actief is. De Polarity Invert-knop kan worden gebruikt om audiosignalen
te corrigeren die uit fase zijn en elkaar opheffen/versterken.
Tip voor ervaren gebruikers: Wanneer u opneemt met meer dan één open microfoon, gebruik dan de
polariteitsomkering om fase-annulering tussen microfoons tegen te gaan.
Polarity Invert is alleen beschikbaar op de 16 ingangskanalen.
48V-knop. Schakelt fantoomvoeding in in de microfoonvoorversterker van het geselecteerde kanaal.
Druk op deze knop om fantoomvoeding in te schakelen op de microfoonvoorversterker van het
geselecteerde kanaal. De knop gaat branden, wat aangeeft dat fantoomvoeding actief is.
Fantoomvoeding zendt 48V elektrische gelijkstroom uit via een microfoonkabel.
De 48 volt die via de XLR-ingang wordt geleverd, levert stroom voor condensatormicrofoons en
andere apparaten die continue fantoomvoeding vereisen. Dit vermogen wordt op een constant
niveau geleverd om signaalverslechtering te voorkomen.
Fantoomvoeding is alleen beschikbaar op de 12 ingangskanalen die zijn
uitgerust met een microfoonvoorversterker.
Stereolink. Verbindt een paar aangrenzende kanalen om als stereokanaal te functioneren.
Ingangskanalen en aux-bussen kunnen worden gekoppeld om een stereopaar te creëren.
De stereoparen zijn vooraf gedefinieerd en kunnen niet worden gewijzigd. Ze zijn als volgt:
4 kanalen 1/2
4 kanalen 3/4
4 kanalen 5/6
4 kanalen 7/8
4 kanalen 9/10
4 kanalen 11/12
4 kanalen 13/14
4 kanalen 15/16
Voor monokanalen (kanalen 1-8) kan een stereolink worden ingeschakeld wanneer een van de kanalen in
het paar is geselecteerd. Wanneer de Stereo Link-knop verlicht is, worden alle dynamiek- en EQ-
instellingen op niet-destructieve wijze naar het andere kanaal in het paar geplakt.
Tip voor ervaren gebruikers: Het is belangrijk op te merken dat dit een niet-destructieve pasta is;
wanneer de Link-knop wordt uitgeschakeld, worden de eerdere instellingen van het slave-kanaal hersteld.
Als bijvoorbeeld kanaal 8 is geselecteerd als de Stereo Link-knop is ingeschakeld, worden alle instellingen
van kanaal 8 naar kanaal 7 gekopieerd. Als kanaal 7 is geselecteerd als de Stereo Link-knop is ingeschakeld
Pan. Stelt de relatieve positie van het kanaal in de hoofdstereomix in.
Het LED-display toont de Pan-instelling en de encoder
rechts van het display regelt de panning voor de geselecteerde
ingangs- of uitgangsbus. Wanneer twee kanalen als
stereopaar zijn gekoppeld, verandert het LED-display
automatisch in stereopan.
StudioLive® 16.0.2 USB-
gebruikershandleiding
13