Richtlijnen voor integratie in het systeem
Schoorsteen
Rookgasafvoergeleiding
Condensafvoerleidingen
Condenserende installaties
Bij condenserende installaties wordt de
resterende warmte uit de rookgassen
gehaald door afkoeling en condensatie;
en aan het verwarmingssysteem
toegevoerd.
Op die manier wordt een hoge rende-
mentsgraad met een laag energie-
verbruik bereikt.
Instructies voor de schoorsteen
Afvoersystemen moeten worden
gemonteerd in een schacht die voldoet
aan DIN 18 160 / deel 1.
Voordat u de condenserende
gasketel monteert, dient u de
rookgasafvoerleiding te controleren.
Afmetingen gelden alleen bij
toepassing van het afvoersysteem van
polypropyleen (PPs) DN 110/150.
Door de lage gastemperaturen zijn er
speciale rookgasafvoergeleidingen voor
condenserende ketels nodig, die in de
handel verkrijgbaar zijn. Voorbeelden:
-
vochtbestendige schoorstenen
-
binnenste buis die geen condens
doorlaat
-
gekeurde rookgasafvoerleidingen
-
de verbindingsdelen (moffen)
moeten in de schacht passen met
de geringste doorsnede.
Voorbeeld van installatie van aparte
condensafvoerleiding op de
rookgasafvoerleiding.
Condens
De aansluiting van de condensafvoer
(onder de ketel) moet licht aflopend in
de rookgasafvoerleiding gevoerd
worden.
Ook moet gevaar voor bevriezing
uitgesloten zijn.
Installatie van de ketel op zolder
Gesloten uitvoering lengte rookgas-
afvoerleiding max. lengte van leiding
4 m
De afvoer van het rookgas vindt
plaats
-
via een rookgasafvoerleiding die
voldoet aan DIBT (Duitsland), resp.
VKF (Zwitserland)- ÖTZ
(Oostenrijk)
-
in de schoorsteen
Leidingen en leidingdelen moeten
-
buiten schachten toegankelijk en
controleerbaar zijn en beschermd
zijn tegen ijsafzetting.
-
in schachten zwevend gemonteerd
zijn
Rookgasafvoerleidingen moeten
-
vochtbestendig
-
geschikt voor rookgastemperaturen
onder de 40 °C
-
bestand tegen overdruk zijn.
Aanbeveling:
Toebehoren montageset rookgas-
afvoerleiding
Condensleidingen mogen niet
vast geïnstalleerd worden. De condens
wordt in een trechter opgevangen en
afgevoerd in de riolering..
Aanbevolen:
Toebehoren neutralisatietoestel; volg
procesblad ATV A 251 op.
Rookgasafvoergeleidingen
lucht-/rookgasafvoersysteem
De uitvoering van de rookgas-
afvoerinstallatie moet voldoen aan de
ter plekke geldende voorschriften. De
condenserende installatie mag alleen
in combinatie met goedgekeurde
rookgasafvoersystemen worden
gebruikt. Ter plaatse aanwezige
rookgasafvoerinstallaties moeten
vochtbestendig en corrosiewerend zijn,
mogen geen condens doorlaten en
moeten berekend zijn op de bouw-
kundige en praktische vereisten. De
rookgassen moeten de schoorsteen
aan de bovenkant ongehinderd kunnen
verlaten; (gebruik van een schoor-
steenkap wordt daarom afgeraden). De
verbinding tussen de schoorsteen en
condenserende installatie moet licht
aflopend (3%) worden uitgevoerd,
zodat de condens uit de rookgasafvoer
kan weglopen. Deze verbinding moet
met zo min mogelijk bochten uitgevoerd
worden. De rookgasafvoer moet
volgens de voorschriften van inspectie-
openingen zijn voorzien. Toepassing
van een gesloten rookgasafvoer-
systeem is ook mogelijk.
Rookgasafvoerleidingen
De leidingen mogen niet horizontaal
gelegd worden om te voorkomen dat er
in de leidingen condens ontstaat. De
onderdelen moeten zodanig
geïnstalleerd worden dat ze perfect op
elkaar aansluiten. Gebruik bij de
montage 45°-bochten. De verticale
onderdelen dienen met klemmen
bevestigd te worden.
9