HYDRAULISCHE AANSLUITING
De hydraulische aansluiting hangt af van het soort instal-
latie. Er bestaan echter een aantal "algemene regels":
• De hydraulische aansluiting dient uitgevoerd te
worden door gekwalificeerd personeel dat de nodige
documentatie met betrekking tot de correcte installatie
kan afgeven, volgens de wetgeving die van kracht is in
elke land (bv. in Italië krachtens D.M. (Italiaanse ministe-
riële beschikking) 37/2008 en krachtens de norm UNI
10412-2)
• De hydraulische installatie moet werken met een druk
tussen 1 en 1,5-2 bar op een circuit met gesloten vat.
N.B.: De thermokachel MAG NIET geïnstalleerd worden
ter vervanging van een thermokeuken met open vat
zonder het systeem aan te passen en het om te vormen
tot een systeem met gesloten vat.
• Het primaire circuit afscheiden van het secundaire is
optimaal. In bepaalde landen is dit verplicht wanneer
er een thermische centrale wordt geïnstalleerd (in Italië
wordt bijvoorbeeld verwezen naar de circulaire Ispesl,
nu Inail van april 2011).
Deze scheiding kan eenvoudig gerealiseerd worden met
behulp van de KIT A2 van Edilkamin.
• De aanwezigheid van een puffer (inertie-accumulator)
wordt aangeraden, maar is niet verplicht. Hij biedt als
voordeel dat de thermokachel losgekoppeld kan worden
van de "onverwachte" aanvragen van de installatie en
de integratie mogelijk maakt met andere warmtebron-
nen. Beperkt het verbruik en verhoogt de efficiëntie van
14
het systeem.
• Het warm water van de toevoer van de thermokachel
moet, afhankelijk van het doel (verwarming, radiatoren,
wisselaar en aanwezigheid van een puffer of niet, enz.)
anders "gericht" worden
• De temperatuur van het water dat teruggevoerd wordt
naar de thermokachel moet hoger zijn dan 50-55°C
teneinde condensatie te vermijden. De installateur moet
afhankelijk van de installatie beslissen of er anticon-
denskleppen of -pompen noodzakelijk zijn.
• Om eventuele panelen met lage temperatuur te
verwarmen is een puffer (inertie-accumulator) nodig
die volgens de aanwijzingen van de fabrikant van de
panelen wordt geïnstalleerd. De panelen dienen geen
rechtstreeks water te ontvangen van de thermokachel.
• Het materiaal dat in het circuit is gebruikt moet be-
stand zijn tegen eventuele hoge temperaturen.
• De afvoer van de veiligheidsklep moet bereikbaar
en zichtbaar zijn. Het afgevoerde water moet in een
verticale leiding geleid worden door een trechter met
antireflux-luchtinlaten op een passende afstand van het
afvoerpunt.
De leiding dient over de volgende eigenschappen te
beschikken:
- Het begin ervan mag niet meer dan 50 cm van de
afvoer van de klep verwijderd zijn; de leiding moet zich
in dezelfde ruimte als de kit bevinden.
INSTALLATIE
- Het verticale gedeelte mag niet minder dan 30 cm be-
dragen.
Daarna mag de leiding horizontaal verdergaan met een
helling die de afvoer van het water bevordert.
- De diameter van de leiding moet ten minste één maat
groter zijn dan de nominale waarde van de afvoer van de
klep.
- Het uiteinde van de leiding moet uitgeven op het riool-
stelsel.
DE AFVOER MAG NIET AFGESLOTEN WORDEN
• Controleer dat de hydraulische installatie op correcte
wijze uitgevoerd is en dat de installatie voorzien is van
een expansievat dat groot genoeg is om de veilige fun-
ctionering te kunnen garanderen. De aanwezigheid
van een expansievast, dat in de thermoka-
chel ingebouwd is, vormt GEEN passende be-
scherming tegen de thermische uitzettingen
van het water in de installatie.
Daarom moet de installateur beoordelen
of er een aanvullend expansievat nodig is,
afhankelijk van het soort installatie waa-
raan het is verbonden.
• Vul de installatie met behulp van het toevoerkraantje
(we raden u aan om de druk van 1,5 bar niet te over-
schrijden).
Laat tijdens het vullen de pomp en het ontluch-
tingskraantje "ontluchten".
• Tijdens de eerste dagen is het mogelijk dat het ventiel
afgesteld moet worden om alle lucht die zich eventueel in
de installatie bevindt af te voeren
B