nl Zelfreiniging
Gebied
Geschikte schoonmaak-
middelen
Telescoopsys-
¡ Warm zeepsop
teem
Accessoires
¡ Warm zeepsop
¡ Ovenreiniger
Watertank
¡ Warm zeepsop
Braadthermome-
¡ Warm zeepsop
ter
17.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt zeer heet.
Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of verwar-
▶
mingselementen aanraken.
Het apparaat altijd laten afkoelen.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
18 Zelfreiniging
Met de reinigingsfunctie Zelfreiniging reinigt de bin-
nenruimte zichzelf vrijwel automatisch.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
reinigingsfunctie. U kunt de reinigingsfunctie desge-
wenst vaker gebruiken. De reinigingsfunctie heeft ca.
2,5 - 4,8 kilowattuur nodig.
18.1 Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen, dient u
het apparaat zorgvuldig voor te bereiden.
WAARSCHUWING ‒ Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in de binnen-
▶
ruimte.
Open nooit de deur wanneer er sprake is van rook-
▶
ontwikkeling in het apparaat.
Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het
▶
stopcontact of schakel de zekering in de meterkast
uit.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
26
Aanwijzingen
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Om het smeervet niet te verwijderen, kunt u de telescooprails het
beste in ingeschoven toestand reinigen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Tip: Voor het reinigen het telescoopsysteem verwijderen.
→ "Rekjes", Pagina 28
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel of RVS-spiraalspons.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
Om na de reiniging resten schoonmaakmiddel te verwijderen met
schoon water grondig naspoelen.
Om de watertank na de reiniging te drogen, de watertank met geo-
pend deksel laten drogen. Afdichting op het deksel goed drogen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
▶
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste: De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→ "Reinigingsmiddelen", Pagina 24
Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
1.
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
‒
reinigingsmiddelen gebruiken.
→ "Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina 24
Drogen met een zachte doek.
2.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
▶
nenruimte voordat de reiniging start.
Toebehoren nooit meereinigen.
▶
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
▶
ken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
▶
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
▶
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
▶
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
▶
zonder afdichting gebruiken.
Haal de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
1.
De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
2.
→ "Rekjes", Pagina 28
Verwijder grove verontreiniging uit de binnenruimte.
3.
De binnenkant van de apparaatdeur en de randop-
4.
pervlakken bij de deurafdichting met zeepsop en
een zachte doek reinigen.
De deurafdichting niet afnemen en niet schuren.
Verwijder sterke verontreinigingen op de binnenruit
met ovenreiniger.