4
Maak de opname.
Druk de ontspanknop in. De flitser flitst
z
wanneer de camera de eerste opname
maakt.
Nu worden de tweede en derde opname
z
gemaakt zonder de flitser.
5
Zorg dat de persoon stil blijft staan
totdat het lampje knippert.
De persoon waarvan u een opname
z
aan het maken bent, moet stilstaan totdat
het lampje drie keer heeft geknipperd
na de derde opname. Dit kan ongeveer
twee seconden duren.
Alle opnamen worden gecombineerd
z
om één beeld te maken.
●
In bepaalde opnameomstandigheden kunnen beelden er anders
uitzien dan verwacht.
●
Voor betere opnamen laat u de persoon uit de buurt staan van
lichtbronnen zoals straatverlichting en zorgt u ervoor dat de flitser
is uitgeklapt.
●
Er treedt een vertraging op voordat u opnieuw een opname kunt
maken, omdat de camera de foto's verwerkt.
●
Om wazige foto's te voorkomen, zorgt u ervoor dat de persoon
van wie u bij stap 4–5 opnamen maakt, stilstaat.
●
Wilt u gemakkelijker kunnen zien, probeer dan MENU >
tabblad [ 2] > [Nachtdisplay] > [Aan] ( = 163) te selecteren
voordat u de opname maakt.
●
Als u de helderheid van het onderwerp wilt aanpassen, probeert
u de flitsbelichtingscompensatie te wijzigen ( = 90).
●
Als u de helderheid van de achtergrond wilt aanpassen, probeert
u de belichtingscompensatie te wijzigen ( = 73). In bepaalde
opnameomstandigheden zien beelden er echter mogelijk anders
uit dan verwacht. Daarnaast dient de persoon bij stap 4–5 stil
te blijven staan, wat 15 seconden kan duren.
●
Om meer sterren en helderder sterrenlicht vast te leggen,
kiest u MENU ( = 29) > tabblad [
6] > [Instellingen
Sterrenportret] > [Sterrenweerg.] > [Prominent]. In bepaalde
opnameomstandigheden zien beelden er echter mogelijk anders
uit dan verwacht. Daarnaast dient de persoon bij stap 4–5 stil te
blijven staan, wat 8 seconden kan duren.
Om sterren helderder te maken, kiest u MENU ( = 29) >
●
tabblad [
6] > [Ster helderder] > [Scherp]. Om de heldere
sterren in een sterrenhemel te benadrukken, stelt u [Ster
helderder] in op [Zacht]. Deze instelling levert opvallende
opnamen op door heldere sterren te vergroten en doffere sterren
minder te benadrukken. Om de beeldverwerking voor sterrenlicht
uit te schakelen, selecteert u [Uit].
●
U kunt de opnamemodus ook selecteren door [
in de stappen 1–2 in "Specifieke scènes" ( = 53), op [
te tikken om het instellingenscherm te openen, op [
en vervolgens op dezelfde optie of [
] te tikken.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
] te kiezen
]
Accessoires
] te tikken
Bijlage
Index
61