9
Verzend een beeld.
Sleep beelden naar links of naar rechts
z
om een beeld te selecteren dat u wilt
verzenden en tik op [Dit beeld verz.].
Nadat het beeld is verzonden, wordt
z
[Transfer gereed] weergegeven en
wordt het scherm voor beeldoverdracht
opnieuw weergegeven.
Om de verbinding te beëindigen, tikt
z
u op [
] in de rechterbovenhoek van
het scherm. Tik vervolgens op [OK] in
het bevestigingsscherm. U kunt ook de
smartphone gebruiken om de verbinding
te verbreken.
Om meerdere smartphones toe te
z
voegen, herhaalt u de bovenstaande
procedure vanaf stap 1.
●
Alle beelden op de camera kunnen worden bekeken op de
verbonden smartphone wanneer u [Ja] kiest in stap 8. Als u de
camerabeelden privé wilt houden, zodat ze niet kunnen worden
bekeken op de smartphone, kiest u [Nee] bij stap 8.
●
Zodra u een smartphone hebt geregistreerd, kunt u de bijbehorende
privacyinstelling op de camera aanpassen ( = 158).
●
Om verbinding te kunnen maken moet er een geheugenkaart
in de camera zitten.
●
Zodra u verbinding hebt gemaakt met apparaten via het
Wi-Fi-menu, worden recente bestemmingen als eerste vermeld
wanneer u het Wi-Fi-menu opent. Tik op een apparaat in de
lijst om weer verbinding te maken. U kunt nieuwe apparaten
registeren door naar links of naar rechts te slepen om het
scherm voor apparaatselectie te openen.
●
Als u liever geen recente doelapparaten wilt weergeven,
kiest u MENU ( = 29) > tabblad [ 4] > [Inst. draadloze
communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Doelhistorie] > [Uit].
●
Als u verbinding wilt maken zonder een wachtwoord in te voeren
bij stap 5, selecteert u MENU ( = 29) > tabblad [ 4] > [Inst.
draadloze communicatie] > [Instellingen Wi-Fi] > [Wachtwoord]
> [Uit]. [Wachtwoord] wordt niet meer weergegeven in het
SSID-scherm (in stap 4).
●
U kunt ook meerdere beelden in een keer verzenden en de
beeldresolutie wijzigen voordat u verzendt ( = 151).
●
Zodra er een verbindingsbestemming is toegewezen in Touch-
acties ( = 119), kunt u de camera automatisch verbinding laten
maken met een eerdere bestemming door eenvoudig over het
scherm te vegen met het ingestelde handgebaar.
Een ander toegangspunt gebruiken
Wanneer u de camera via het Wi-Fi-menu verbindt met een smartphone,
kunt u ook een bestaand toegangspunt gebruiken.
1
Bereid de verbinding voor.
Open het scherm [Wachten op verbinding]
z
door stap 1–4 van "Een smartphone
toevoegen met het Wi-Fi-menu"
( = 137) uit te voeren.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
138