Opnamestanden
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus
te openen.
( 1 )
( 2 )
(1)
Auto-modus/modus Hybride
(3)
automatisch
Volledig automatische opnamen
met door de camera bepaalde
instellingen ( = 22, = 33,
= 35).
(4)
(2)
Modus voor speciale composities
Opnamen maken met instellingen
die zijn ontwikkeld voor specifieke
scènes of verschillende effecten
toevoegen ( = 53).
( 3 )
( 4 )
P-, Tv-, Av-, M- en C-modus
Verschillende soorten
opnamen maken met behulp
van uw voorkeursinstellingen
( = 72, = 92).
Filmmodus
Voor het maken van films
( = 67, = 95).
Als u op de filmknop drukt, kunt
u ook een film maken zonder het
programmakeuzewiel in te stellen
op de filmmodus.
Opties opnameweergave
Druk op de knop [
] om de rasterlijnen en de digitale horizon weer
te geven of te verbergen.
Als u de weergave op het scherm gedetailleerder wilt configureren, gaat
u naar tabblad [
1] > [Opname-infoscherm] ( = 98).
●
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt,
wordt met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm
automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen
gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid
op het scherm en de helderheid van uw foto's niet overeen.
Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen
van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie "Van weergavemodus wisselen" ( = 105) voor weergaveopties.
●
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
27