Beelden opgeven die bekeken kunnen worden
op smartphones
Geef aan of alle beelden op de geheugenkaart van de camera kunnen
worden bekeken op smartphones die met de camera zijn verbonden.
Kies [Instell. tonen] bij stap 4 van
z
"Verbindingsinformatie bewerken"
( = 158) en kies de gewenste optie.
●
Voor Live View-opnamen maken op afstand selecteert u [Aan].
De bijnaam van de camera wijzigen
Verander de bijnaam van de camera (die wordt weergegeven
op aangesloten apparaten) naar wens.
1
Kies [Inst. draadloze communicatie].
Druk op de knop [
z
draadloze communicatie] op het tabblad
[ 4] ( = 29).
2
Kies [Bijnaam].
Selecteer [Bijnaam] en druk op de
z
knop [
3
Verander de bijnaam.
Druk op de knop [
z
te openen ( = 30) en voer vervolgens
een bijnaam in.
●
Er wordt een bericht weergegeven als de bijnaam die u invoert,
met een symbool of spatie begint. Druk op de knop [
een andere bijnaam in.
●
U kunt de bijnaam ook veranderen vanuit het scherm [Bijnaam
apparaat] dat wordt weergegeven bij de eerste keer dat u Wi-Fi
gebruikt. Selecteer in dat geval het tekstvak, druk op de knop [
om het toetsenbord te openen en voer een nieuwe bijnaam in.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
] en kies [Inst.
].
] om het toetsenbord
] en voer
]
Index
Basishandelingen van
de camera
Auto-modus/
modus Hybride automatisch
Andere opnamestanden
P-modus
Tv-, Av-, M- en C-modus
Afspeelmodus
Draadloze functies
Menu Instellingen
Accessoires
Bijlage
159