Inbedrijfstelling
6.5 Lokale inbedrijfstelling
Stap: Toepassing selecteren
Bij een tweepuntsapparaat wordt u gevraagd elk punt afzonderlijk in te stellen, anders stelt u
het type meting in dat voor de toepassing vereist is.
Dit gebeurt in de stap "Toepassing selecteren".
De beschikbare opties zijn:
• Niveau
• Ruimte
• Afstand
• Volume
• Volumedebiet
De overige in de wizard te configureren parameters zijn afhankelijk van de gekozen
toepassing en het aangesloten sensortype.
Opmerking
Toepassingen tweepuntsapparaat
Een toepassingsinstelling van "Niveaugemiddelde" of "Niveauverschil" is alleen mogelijk bij
een tweepuntsversie en moet buiten de wizard voor inbedrijfstelling worden ingesteld.
• Voltooi eerst de wizard voor inbedrijfstelling voor een Niveau toepassing op beide punten
en stel vervolgens de proceswaarde in:
– Voor de geconfigureerde stroomuitgang om "Niveaugemiddelde" of "Niveauverschil" te
– Voor een pompregeltoepassing gebaseerd op "Niveaugemiddelde" of "Niveauverschil"
• Configureer vervolgens de bedieningsweergaven om "Niveaugemiddelde" of
"Niveauverschil" weer te geven
Bijvoorbeeld, zie 1e waarde (2.8.5.2) voor "Weergave 1" onder menu "Lokaal display"
50
volgen
Zie bijvoorbeeld Proceswaarde (2.4.1.4) voor "Stroomuitgang (HART)"
Zie bijvoorbeeld Proceswaarde (2.5.4.2) onder menu "Toepassing>Pompregeling"
SITRANS LT500 met mA/HART-sensoringangen
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2022, A5E52003504-AA