Aansluiten
5.2 Aansluiten van SITRANS LT500
5.2.10
Voeding
Onjuiste voedingsaansluiting
Een onjuiste stroomaansluiting kan gevaar opleveren voor personeel, systeem en milieu.
• Voordat u het apparaat voor de eerste keer aansluit op de voeding, moet u ervoor zorgen
• Dit product is gevoelig voor elektrostatische schokken. Volg de juiste
• Alle veldbekabeling moet zijn voorzien van een isolatie die geschikt is voor nominale
• Relaiscontactklemmen zijn voor gebruik met apparatuur die geen onder spanning
• De niet-metalen behuizing zorgt niet voor aarding tussen de doorvoeraansluitingen.
Wisselstroom:
• Alle stroomvoerende geleiders moeten in de gebouwinstallatie beschermd zijn door
• Een stroomonderbreker of schakelaar in de gebouwinstallatie, gemarkeerd als
Gelijkstroom:
• De gelijkstroomingangsklemmen moeten worden gevoed uit een bron die de ingang en
Zorg ervoor dat het apparaat verbonden is met een betrouwbare aarding.
Wisselstroom
36
WAARSCHUWING
dat alle aangesloten alarm/regelapparatuur uitgeschakeld is totdat u zeker weet dat het
systeem behoorlijk werkt en bevredigende prestaties levert.
aardingsprocedures.
spanningen.
staande delen heeft. De maximaal toegelaten bedrijfsspanning tussen aangrenzende
relaiscontacten bedraagt 250 V.
Gebruik aardingsbussen en jumpers.
middel van een zekering of een stroomonderbreker met een breekcapaciteit van max.
15A.
uitschakelaar, moet zich in de nabijheid van de apparatuur en binnen handbereik van de
bediener bevinden en moet alle stroomvoerende geleiders uitschakelen.
de uitgang elektrisch isoleert, zodat aan de toepasselijke veiligheidseisen van IEC 61010-
1 wordt voldaan. Voorbeeld: SELV-bron.
Gelijkstroom
SITRANS LT500 met mA/HART-sensoringangen
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2022, A5E52003504-AA