4. Selecteer "Ja" bij "Toepassen?". Dit bevestigt alle parameterwijzigingen als laatste stap in de
wizard Snelle inbedrijfstelling.
Voor een tweepuntsapparaat voltooit u de wizard voor het tweede meetpunt en drukt u
vervolgens op "Afsluiten" om terug te keren naar parameterweergave.
5. Druk tweemaal op de knop
Ga voor meer informatie over het in bedrijf stellen van een Niveau, Ruimte of Afstand
toepassing naar Snelle inbedrijfstelling: Niveau/Ruimte/Afstand (Pagina 51).
Ga voor meer informatie over het in bedrijf stellen van een Volume toepassing naar Snelle
inbedrijfstelling: Volume (Pagina 55).
Ga voor meer informatie over het in bedrijf stellen van een Volumedebiet toepassing naar
Snelle inbedrijfstelling: Volumedebiet (Pagina 64).
Opmerking
Belangrijke informatie over het gebruik van de wizard voor inbedrijfstelling
• Als het apparaat gebruikt is voor een vorige toepassing, dan moet het worden gereset
naar de fabrieksinstellingen voordat de wizard voor "Snelle inbedrijfstelling" mag worden
gerund.
• De instellingen voor de wizard voor snelle inbedrijfstelling zijn met elkaar verbonden en
wijzigingen worden pas van toepassing nadat "Toepassen?" is ingesteld op "Ja" in de
laatste stap.
• Gebruik de wizard voor snelle inbedrijfstelling niet om afzonderlijke parameters te
wijzigen.
Wacht om uw toepassing aan uw eisen aan te passen totdat u de "wizard voor snelle
inbedrijfstelling" volledig doorlopen hebt.
Opmerking
Uitgang blijft actief
Wanneer het apparaat wordt geconfigureerd, blijft de uitgang actief en blijft deze reageren
op veranderingen in het proces.
Wizard Snelle inbedrijfstelling (menuonderdeel 1.1)
De wizard Snelle inbedrijfstelling leidt u door de configuratie van parameters die essentieel
zijn voor uw toepassing. U configureert parameters die essentieel zijn voor uw toepassing
door het configuratiepad en de sub-wizards te selecteren die geschikt zijn voor uw
toepassing.
SITRANS LT500 met mA/HART-sensoringangen
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2022, A5E52003504-AA
om terug te keren naar de bedieningsweergave.
Inbedrijfstelling
6.5 Lokale inbedrijfstelling
49