4.1.2
Correcte montage
LET OP
Onjuiste montage
Het apparaat kan worden beschadigd, vernield of het functioneren ervan kan worden
beperkt door onjuiste montage.
• Garandeer voor het plaatsen dat het apparaat niet zichtbaar beschadigd is.
• Garandeer dat de procesverbindingen schoon zijn en dat er geschikte afdichtingen en
• Monteer het apparaat met behulp van het juiste gereedschap. Raadpleeg de informatie
4.2
Het apparaat installeren/monteren
4.2.1
Algemene installatievoorschriften
Vereisten voor installatie
• Installeer het display van het apparaat op schouderhoogte, tenzij de meeste interactie
plaatsvindt via een SCADA-systeem.
• Zorg voor gemakkelijke toegang tot lokale knoppen.
• Minimaliseer de benodigde kabellengte.
• Zorg ervoor dat het montageoppervlak niet onderhevig aan trillingen is.
• Zorg voor voldoende ruimte om het deksel van het apparaat te openen, met gemakkelijke
toegang.
• Zorg voor een plaats voor een laptop om ter plaatse te kunnen configureren (optioneel,
want laptop niet vereist voor configuratie).
Dingen die vermeden moeten worden
• Blootstelling aan direct zonlicht (voor zonwering zorgen om direct zonlicht te vermijden).
• Nabijheid van hoogspannings-/stroomlopen, schakelaars, SCR of snelheidsregelaars van
motoren met variabele frequentie.
SITRANS LT500 met mA/HART-sensoringangen
Beknopte bedieningshandleiding, 05/2022, A5E52003504-AA
schroefaansluitingen zijn gebruikt.
in Technische specificaties (Pagina 95).
Installatie/montage
4.2 Het apparaat installeren/monteren
17