4.6. Oppervlaktetellers instellen
4.6. Oppervlaktetellers instellen
Oppervlaktetellers worden gebruikt met strooi-, sproei- en
zaaimachines om gegevens te registreren zoals behandeld gebied,
gebruikt product, bedrijfstijd, gemiddelde snelheid en mate van
productiviteit. Oppervlaktetellers zijn niet beschikbaar wanneer ISO-
werktuigen worden gebruikt.
Oppervlaktetellers activeren:
1. Selecteer op het instellingsscherm Systeem/Functies /Werktuig.
2. Selecteer OPPERVLAKTETELLERS en selecteer dan een van
de volgende:
Ingeschakeld (opgeslagen per taak): oppervlaktetellers worden
l
afzonderlijk opgeslagen voor elke taak. (Nadat een taak is
gestart en dekking is aangebracht, wordt een volgende taak
geselecteerd en dekking aangebracht. Bij terugkeer naar de
eerste taak worden de oppervlaktetellers van de eerste taak
weergegeven.)
Ingeschakeld (opgeslagen per werktuig): oppervlaktetellers
l
tellen door over meerdere taken, maar als er een nieuw werktuig
wordt geladen, worden nieuwe oppervlaktetellers weergegeven.
Als het eerste werktuig weer wordt geladen, worden de
56