3.5. De regelklep instellen
Omkeerklep: bij sommige sproeiers is de klep zo bedraad dat hij
l
in de tegenovergestelde richting kan werken. Met deze instelling
kunt u de klep omgekeerd laten werken.
Minimale inschakelduur: de minimumduur dat de stroom moet
l
worden ingeschakeld om de klep te bewegen.
Maximale inschakelduur: de maximumduur dat de stroom kan
l
worden ingeschakeld om de klep te bewegen.
Instelling versterking: hiermee stelt u in hoe snel de regelaar de
l
vereiste snelheid probeert te bereiken. Als dit te hoog is ingesteld,
kan het gebeuren dat de sproeier de streefsnelheid overschrijdt en
enige tijd nodig heeft om dit bij te stellen, totdat het juiste niveau
is gevonden. Als dit te laag is ingesteld, zal het lang duren
voordat de klep met de vereiste snelheid beweegt en zal de
bediening traag reageren. Zoek het beste versterkingspercentage
voor het gebruikte werktuig.
PWM-instelling: dit is de tijd waarin de pulsbreedtemodulatie
l
(Pulse Width Modulation, PWM) actief is. Deze instelling wordt
gebruikt om de totale hoeveelheid op de actuator aangelegde
spanning te beperken. Wees behoedzaam bij het gebruik hiervan,
want de hoeveelheid koppel die de actuator kan uitoefenen wordt
erdoor verminderd. De besturing van een motor of klep wordt
bewerkstelligd door het variëren van de hoeveelheid tijd dat het
vermogen in-/uitgeschakeld is. Dit gebeurt met zeer hoge
snelheid.
Drukboost: hiermee verhoogt u de druk wanneer de sproeier
l
uitgeschakeld is. Hierdoor verhoogt de klep de druk een korte
periode nadat de hoofdschakelaar uitgeschakeld is. Hierdoor kan
het sproeien bij normale druk worden hervat wanneer het
opnieuw wordt gestart.
30